Week 2: Wat gaan we eten?

• NT2
• HBO
• Middelbare school
• Studiejaar 1

Welkom!

Vandaag:

-Hoe maak ik aantekeningen?

-Tegenwoordige tijd (fase 1) & verleden tijd (fase 2)

Doelen:

- Je weet hoe je goede notities maakt van grammatica (ATL).

- Je weet hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd schrijft (fase 1).

- Je weet hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft (fase 2).

WERKWOORDEN IN DE TEGENWOORDIGE TIJD

alleen voor fase 1

filmpje zie je op volgende slide

na afspelen filmpje: inventariseer wat de regels zijn volgens de leerlingen. Geef daarna de grammaticaregels in het overzicht. Dan maken leerlingen aantekeningen in hun woordenlijst.

Wat zijn de regels? Tegenwoordige tijd

 Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):

ik of jij/je erachter	ik-vorm (meestal stam = -en van hele werkwoord)	ik word vind jij/je ik loop
enkelvoud: jij/hij/zij/het	ik-vorm + t	jij word t zij vind t hij loop t
meervoud: wij/zij/jullie	Infinitief	wij vinden, jullie worden, zij lopen

Opdracht Fase 1

Toddle Class files:

Fase 1 Oefening

Maak opdracht 3, 4, 5, 6

WERKWOORDEN IN DE VERLEDEN TIJD

evt (schat zelf het niveau van je klas in): uitleggen dat:

- + te als letter ervoor stemloos is (je stembanden trillen niet)

- + de als letter ervoor stemhebbend is (je stembanden trillen wel)

Wanneer -te of -de?

Als de stam eindigt op:

t, k, f, s, ch, p, x

dan komt er -te(n) achter het werkwoord.

Tips:

x 't kofschip

In alle andere gevallen krijgt het werkwoord -de(n)

Onregelmatige werkwoorden bij eten en drinken!

Er zijn veel onregelmatige werkwoorden in de verleden tijd, deze moet je uit je hoofd leren.

ETEN - at, aten
DRINKEN - dronk, dronken
GENIETEN - genoot, genoten
ZIEN - zag, zagen
KIEZEN - koos, kozen
ONTBIJTEN - ontbeet, ontbeten

Testen wat jullie weten

Fase 1 (kahoot tegenwoordige tijd): 

Zie Toddle Classfiles!

Fase 2 (kahoot verleden tijd):

Zie Toddle Classfiles!

Fase 1 (kahoot tegenwoordige tijd): https://create.kahoot.it/details/a3c550c3-4b81-44d6-9bc5-4ea46e79309d

Fase 2 (kahoot verleden tijd): https://create.kahoot.it/details/1ca906a4-28d3-4ed1-a400-8ed4b5b758b7

Welkom!

Vandaag:

-Tegenwoordige tijd (fase 1)

-Verleden tijd (fase 2)

Doelen:

- fase 1: Je weet hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd schrijft en je kunt werkwoorden juist schrijven.

- fase 2: Je weet hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft en je kunt werkwoorden juist schrijven.

Wat weten we nog over:

-werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd?

-conjugating verbs in present tense?

Fase 1: Wordwall

Hoe?                                                                  Vragen?

Je werkt alleen                                             Steek je hand op! Ik kom zo!

Je werkt in stilte

Wat?

• In Toddle class files vind je een link naar een wordwall

• Kies zelf oefeningen uit die je wil gaan doen.

https://wordwall.net/nl-nl/community/werkwoorden-tegenwoordige-tijd-nt2

Wat weten we nog over:

-werkwoorden vervoegen in de verleden tijd?

-conjugating verbs in past tense?

Verleden tijd (past tense)

Does original Stam end on:

X 't kofschip --(remove all vowels)

X t k f s ch p ---- verb gets -te(n)

All other cases:

verb gets -de(n)

-----------	Werken	Spelen
Ik	werkte	speelde
Jij	werkte	speelde
Hij/zij/u	werkte	speelde
Wij	werkten	speelden
Jullie	werkten	speelden
Zij	werkten	speelden

Fase 2: Verleden tijd

1. Mijn moeder ____________ (koken) vaak lekker eten.
2. Ik _____________ (bakken) de aardappeltjes.
3. Mijn ouders ____________ (reizen) vroeger veel.
4. Ik ___________ (eten) vaak aan tafel.
5. Wij ______________ (drinken) veel frisdrank.

Fase 1 & 2: Opdracht

Fase 1: Tegenwoordige Tijd          Fase 2: Verleden tijd

-Jij ____________ (spelen) graag buiten met vrienden.

-Wij _____________ (drinken) water of frisdrank.

-Ik ______________ (koken) de eieren.

-Jullie ______________ (bakken) een taart.

-Hij ________________ (eten) een boterham met kaas.

-Vandaag _________________ (ontbijten) ik om 8 uur.

Fase 1 & 2: Werkblad

•  Vervoeg alle werkwoorden correct in de tegenwoordige tijd (fase 1) of verleden tijd (fase 2)

• Maak een woordenlijst met vertalingen (Engels-Nederlands) van de onderstreepte woorden. 

Klaar? Laat deze lijst controleren door mij!

In groepjes van 3/4

Zie werkblad in de drive (let op: fase 1 en 2 hebben een ander werkblad).

Telkens komt één persoon per groepje naar de docent om de antwoorden te laten controleren. Wanneer docent woordenlijsten moet controleren, ga je natuurlijk wel naar het groepje toe.

Het is een wedstrijd.

Welkom!

Vandaag:

-Toetsen inzien 

-Oefenen tegenwoordige tijd (fase 1)

- Oefenen verleden tijd (fase 2)

Toetsen inzien

Bekijk je toets!

Heb je nog vragen?

Wat weten we nog over:

- de tegenwoordige tijd?

- the present tense?

Hoe gaan we te werk?

Hoe?                                                                  Vragen?

Je werkt alleen                                             Steek je hand op! Ik kom zo!

Je werkt in stilte

Wat?

• In Toddle class files vind je de link naar jouw opdrachten.

https://wordwall.net/nl-nl/community/werkwoorden-tegenwoordige-tijd-nt2

Fase 1

Pak je laptop

Ga naar Toddle ---- Class Files

Open: Fase 1 practise

Maak oefening 1, 2 & 3

Verleden tijd (past tense)

Does original Stam end on:

X 't kofschip --(remove all vowels)

X t k f s ch p ---- verb gets -te(n)

All other cases:

verb gets -de(n)

-----------	Werken	Spelen
Ik	werkte	speelde
Jij	werkte	speelde
Hij/zij/u	werkte	speelde
Wij	werkten	speelden
Jullie	werkten	speelden
Zij	werkten	speelden

Zelfstandig oefenen

Fase 1:

1. In Toddle Class files:

Fase 1 Practise (tegenwoordige tijd) 

Oefening 1, 2, & 3

2. Oefenen met de Wordwall. (Kies zelf de oefeningen)

Fase 2:

1. In Toddle Class files: Oefen met de Kahoot.

2. In Toddle Class files:

Oefen met de WordWall. (Kies zelf de oefeningen)

Kahoot: https://create.kahoot.it/details/1ca906a4-28d3-4ed1-a400-8ed4b5b758b7

WordWall:

https://wordwall.net/nl-nl/community/nt2-verleden-tijd-onregelmatig

Hoe zeg je:

1. He eats / ate a sandwich with butter and cheese.
2. My parents drink / drank coffee with milk.
3. I cook / cooked the eggs in the pan.
4. We bake / baked an apple pie.
5. She fries / fried the potatoes.
6. My friends prepare / prepared an amazing breakfast.

       (Fry = frituren)     (Prepare = bereiden)

Rest van de les

1. Voor de volgende les: schrijf vijf zinnen met een werkwoord in de tegenwoordige tijd (fase 1) / verleden tijd (fase 2).

2. Leer de woordenlijst in Toddle.

Voeg woorden toe aan deze lijst.