Hoofdletters gebruik je bij:
1. Het begin van de zin
2. Namen van personen
3. Organisaties, merken en producten (TikTok, Heinz, Coca Cola)
4. Historische gebeurtenissen en feestdagen (Pasen, Ramadan)
5. Aardrijkskundige begrippen (Nederland, Sneek, Voorstreek)
6. Religieuze begrippen (Bijbel, Koran)
Niet bij dagen! dus woensdag, donderdag, zondag