TL3 Fictie les 1: intro Dilemma

Fictie TL3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Fictie TL3

Slide 1 - Slide

Fictie
1. Wat is fictie eigenlijk?

2. Wat gaan we doen en waarom?

3. Hoe wordt fictie getoetst?

Slide 2 - Slide

1.Wat is fictie eigenlijk?

Slide 3 - Open question

Fictie/ non fictie
Verschil tussen fictie en non-fictie?

Slide 4 - Slide

Wat is het laatste boek dat je gelezen hebt? Was dat fictie of non-fictie?

Slide 5 - Open question

2. Waarom is lezen belangrijk?
* Lezen vergroot je wereld
Door te lezen doe je kennis op van andere culturen, gebruiken , gewoontes, gedachtegangen, zienswijzen etc.

* Lezen vergroot het empathisch vermogen

* Lezen vergroot de woordenschat

Slide 6 - Slide

Hoe wordt fictie getoetst?
Je krijgt een toets met vragen over de twee korte verhalen die je hebt gelezen.
Je moet daarbij de literaire begrippen kennen en kunnen toepassen op de verhalen.
Je krijgt een nieuw kort verhaal met vragen over zowel de tekst als de begrippen die je hebt geleerd.
Dus: theorie en toepassingsvragen.

Slide 7 - Slide

De komende weken:
Wat: Korte verhalen lezen en analyseren.
Waarom: Het is een onderdeel van je schoolexamen.
Je vergroot je belevingswereld ermee.
Hoe: Tijdens instructielessen behandelen we begrippen die je moet kennen en kunnen toepassen.
Tijdens daltonuren lees je de verhalen.

Slide 8 - Slide

Enig idee wie dit is?

Slide 9 - Open question

Özcan Akyol
Schrijver, columnist, tv 
36 jaar
Turks-Nederlands
Mavo, Journalistiek

Moeilijke jeugd, foute vrienden, gevangenis

Slide 10 - Slide

Debuutroman
EUS

2012

Over Turks-Nederlandse jongen. Deels autobiografisch.
Razend populair
Filmrechten

Slide 11 - Slide

Wij gaan lezen:
Dilemma

Slide 12 - Slide

De theorie die wordt behandeld:
* Personages
*Perspectief
*Ruimte en tijd
* Sfeer/spanning
* Thematiek

Slide 13 - Slide

Literatuur                    Lectuur
Uitgewerkte personages                          Typetjes
Maatschappelijke kwesties            Weinig diepgang
Onvoorspelbaar                              Voorspelbaar
Er wordt gespeeld met tijd en perspectief           Simpele                                                                                                                  opbouw             

Slide 14 - Slide

Personages
Een personage in een verhaal omschrijf je door de belangrijkste eigenschappen te noemen. Die vind je letterlijk in de tekst, of je leidt het karakter af door wat hij/zij zegt of doet. We zoeken dan naar zoveel mogelijk kenmerken van een personage: uiterlijk, man/vrouw, leeftijd, karakter…
-Maak bij het lezen van Dilemma aantekeningen over de personages die je tegenkomt in het verhaal!

Slide 15 - Slide

Round character/ flat character
Round Character:
Ingewikkeld karakter.
Maakt een ontwikkeling door
Je komt veel van de persoon te weten.
Flat Character
geen ontwikkeling
typetje

Slide 16 - Slide

Ik weet nu wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.
Zeker!
Mwoah
nee
Ik wil graag meer uitleg

Slide 17 - Poll

Ik weet nu (ongeveer) wat we gaan doen de komende weken.
Zeker!
Mwoah
Helemaal niet.

Slide 18 - Poll

Volgende les
Behandelen we de begrippen

* Vertelperspectief
en
* Ruimte

Slide 19 - Slide

To do (deze week)
Dilemma lezen in daltonuren
(moet vrijdag uitgelezen zijn)

Aantekeningen maken tijdens het lezen.

Slide 20 - Slide