Begrijpelijk formuleren Kern Hoofdstuk 11 Havo4

Stel je voor
Jij wil een studie gaan volgen en wil graag informatie hebben van de verschillende hogescholen over die studie. Wat zijn je wensen ten aanzien van het informatiemateriaal?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stel je voor
Jij wil een studie gaan volgen en wil graag informatie hebben van de verschillende hogescholen over die studie. Wat zijn je wensen ten aanzien van het informatiemateriaal?

Slide 1 - Slide

Wat verwacht je van het informatiemateriaal van een hogeschool?

Slide 2 - Mind map

Begrijpelijk formuleren

Slide 3 - Slide

Begrijpelijk formuleren. Let op: 
1. Maak de zinnen niet te lang;
2, Zet de kern van de zin bij elkaar;
3. Vermijd de "tangconstructie";
4. Vermijd het gebruik van de lijdende vorm;
5. Vermijd (onnodig) lastige woorden;
6. Vermijd het gebruik van naamwoordstijl. 

Slide 4 - Slide

Zet de kern van de zin bij elkaar
De kern van een zin bestaat uit het onderwerp en het gezegde
De lezer zoekt (onbewust) altijd naar de kern van de zin. Zorg dus dat de kern van de zin vooraan staat en dat de kern bij elkaar staat. 

Slide 5 - Slide

Tangconstructie
In een tangconstructie zijn woorden die bij elkaar horen, gescheiden door een lange uitleg. 
Bijvoorbeeld: Sommige mensen durven een jurk die ze op internet hebben gekocht, nadat ze hem gedragen hebben op een feestje, zonder blikken of blozen terug te sturen naar de winkel.
Beter is: 
Sommige mensen kopen een dure jurk op internet, dragen hem op een feestje en durven hem daarna zonder blikken of blozen terug te sturen naar de winkel. 

Slide 6 - Slide

Lijdende vorm
In een actieve zin is meteen duidelijk wie de handeling verricht: Bijvoorbeeld: Door de hele stad werd vlaggen opgehangen. 
In een passieve zin, of lijdende vorm, wordt niet genoemd wie de handeling verricht. 
Bijvoorbeeld: In de hele stad hingen vlaggen. 
Een actieve vorm leest vaak prettiger. 

Slide 7 - Slide

Vermijd (onnodig) lastige woorden
In het Nederlands kan je eindeloos veel samenstellingen maken. Dat is grammaticaal niet verkeerd, maar het leest niet altijd prettig.
Bijvoorbeeld: banketbakkersbenodighedenimporteur.
Je kunt ook beter gangbare woorden gebruiken, in plaats van een moeilijker synoniem.
Bijvoorbeeld: gebruik 'maar' in plaats van 'echter', 'verminderen' in plaats van 'reduceren' enz

Slide 8 - Slide

Contaminatie =
foutief gebruik van een vaste uitdrukking. 

Slide 9 - Slide

Let op verhaspelingen
Bij het gebruik van uitdrukkingen, gaat het ook wel eens mis: dan gebruiken mensen twee uitdrukkingen door elkaar.
Bijvoorbeeld: 
Hij irriteert zich aan het feit dat hij dat gerecht overnieuw moet maken. Hij irriteert zich = fout. Het irriteert hem of Hij ergert zich.
Overnieuw = fout. Het is of over of opnieuw

Slide 10 - Slide

Vermijd de naamwoordstijl
Bij de naamwoordstijl maak je van een werkwoord een zelfstandig naamwoord, met een lidwoord ervoor. 
Bijvoorbeeld: Het lezen van boeken is een gewoonte die veel scholieren achterwegen laten. 
Beter is: Veel scholieren lezen geen boeken meer. 

Slide 11 - Slide

Wat zegt de koning? Troonrede 2020
  • Perspectief voor de toekomst begint altijd in het hier-en-nu. Dat is de spiegel die de volwassenen van morgen voorhouden aan de volwassenen van vandaag.
  • Goede mobiliteit schraagt de economie.
  • De internationale gevolgen van de coronacrisis kunnen moeilijk worden overschat, niet in economisch en niet in geopolitiek opzicht. 

Slide 12 - Slide

"Perspectief voor de toekomst begint altijd in het hier-en-nu. Dat is de spiegel die de volwassenen van morgen voorhouden aan de volwassenen van vandaag."

Herschrijf deze tekst eens in begrijpelijk (correct) algemeen Nederlands.

Slide 13 - Open question

Antwoorden 1
  • Perspectief voor de toekomst begint altijd in het hier-en-nu. Dat is de spiegel die de volwassenen van morgen voorhouden aan de volwassenen van vandaag.
  • We moeten nu al kijken naar de toekomst. Dat is de boodschap die jongeren meegeven aan volwassenen.

Slide 14 - Slide

Goede mobiliteit schraagt de economie. Herschrijf deze tekst eens in begrijpelijk (correct) algemeen Nederlands.

Slide 15 - Open question

Antwoorden 2
  • Goede mobiliteit schraagt de economie. 
  • Het verkeer moet makkelijk van A naar B kunnen. Dat is goed voor onze economie.

Slide 16 - Slide

 Antwoorden 3
  • De internationale gevolgen van de coronacrisis kunnen moeilijk worden overschat, niet in economisch en niet in geopolitiek opzicht. 
  • De wereldwijde gevolgen van de coronacrisis zijn waarschijnlijk groter dan dat we nu al denken. De crisis heeft over de hele wereld gevolgen voor de economie en de politieke situatie. 

Slide 17 - Slide

Contaminaties

Slide 18 - Slide

Wat is de contaminatie?
De conrector zou dat even nachecken.

Slide 19 - Open question

Benoem de contaminatie.
We zullen de wond goed moeten ontreinigen.

Slide 20 - Open question

Benoem de contaminatie. Zijn vader vond dat jij je eigen boontjes moest regelen.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

De vliegende panters
  • Bekijk het fragment nogmaals en haal zoveel mogelijk fouten eruit. 
  • Welke fouten vind je eigenlijk mooier dan de juiste variant?
  • Bedenk zelf een aantal van deze verhaspelingen (contaminaties).

Slide 23 - Slide

  • Universeel gevoel
  • Gevoel van opportunisme
  • Grote steelpan
  • Sterren in de vorm van een beertje
  • Niet meer als een druppel in een hooiberg
  • Buitenlandse wezens
  • Ovulatietheorie van Darling
  • Afstammen van de ventielen
  • Zuidelijk Afrika

  • Culinaire oorlog
  • Dat kost duur
  • Ziekte van Alcaselzer
  • Is ze aan het demonteren?
  • Botfactuur
  • Arm in een Nutella
  • Valuminium innemen
  • Aan het confuus
  • Je gaat het revalideren
  • Het blijft een ministerie
  • Vaccinerend eigenlijk

Slide 24 - Slide

Verwerkingsopdracht les
Deze les: Maak opdracht 5 (p. 71) en 6 (p. 72): gebruik TB p. 74/75

Thuis: online omgeving van Kern: alle opdrachten die openstaan voor 1 dec!

Slide 25 - Slide