2.2 / 3.2 Oplossen met inklemmen (vrijdag)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Welkom

Wat fijn dat je er bent en dat je spullen klaar liggen.

Je mag vast inloggen!

Welk getal moet er onder de hand staan?

1. 2
2. 4
3. 10
4. anders

Welk getal moet er onder de hand staan?

1. 6
2. 12
3. 30
4. anders

Welk getal moet er onder de hand staan?

Welk getal moet er onder de hand staan?

Welk getal moet er onder de hand staan?

Hoeveel punten moet de Z waard zijn?

1. 1
2. 2
3. 3
4. anders

Hoeveel punten moet de F waard zijn?

1. 1
2. 2
3. 5
4. anders

Hoeveel punten moet de W waard zijn?

Hoeveel punten moet de W waard zijn?

Hoeveel punten moet de W waard zijn?

Koos legt het woord lynx.
De letter Y telt 3 keer mee.
Hoeveel punten is de letter Y
waard?

1. 6
2. 7
3. 8
4. 9

Vergelijking

2 + 3 x ? + 1 + 8 = 35

Vergelijking oplossen met inklemmen

Carlos verdient €37

Carlos berekent zijn inkomsten met de woordformule

inkomsten in euro's = 2 + 3,5 x tijd in uren

Stap 1: Vergelijking opschrijven

Stap 2: Proberen

minimaal 3 keer!

Voorbeeldopdracht

Bij het gewicht van een pasgeboren kalf hoort de formule

gewicht (kg) = 40,3 + 0,45t

Hierin is t  de tijd in dagen. 

Na een aantal dagen weegt het kalf 52 kg.

1. Welke vergelijking hoort hierbij?

2. Los de vergelijking op met inklemmen.

Huiswerk

- Nagekeken?

- Verbeterd?

- Vragen?

Opdracht 4, 5 en 6 (K en T leerlingen)

Aan de slag

K - leerlingen

15, 16 en 17 maken 

bladzijde 66

T - leerlingen

15, 16 en 17 maken

bladzijde 178