H2 - week 39 - Les 2 - Werkwoorden H3

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

Slide 1 - Slide

- Stillezen
- Spelling werkwoorden H3 oefenen

Planning deze les:

Slide 2 - Slide

- Je kunt in elke zin de PVTT of PVVT en de GW goed schrijven. 

Doel van de les

Slide 3 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Je gebied iemand om iets te gaan doen

- geen onderwerp in de zin;
- ik-vorm tegenwoordige tijd - ALTIJD! (dus zonder -t).

Pak allemaal je spullen voor je!

Hij loopt naar de maan.  (pvtt)
Loop naar de maan!         (gw)
Gebiedende wijs (GW)

Slide 5 - Slide

Eigenlijk niets anders dan Nederlandse ww...

Maar, let goed op wat de stam is!

3 soorten ww:
1.  stam eindigt op klinker: rugbyen (stam= rugby)
2. stam eindigt op -e: breakdancen (stam  = breakdance)
3. a. dubbele medeklinker: skimmen (stam = skim) NL-uitspraak
    b. dubbele mederklinker: appen (stam = app) EN - uitspraak
H2 - Engelse werkwoorden

Slide 6 - Slide

H3 - moeilijke vormen

Slide 7 - Slide

Hoe bepaal je hoe je een ww schrijft?

Slide 8 - Slide

In de klas gebeurt het toch wel.

In de klas zou het toch wel gebeurd zijn. 
D/T/DT?

Slide 9 - Slide

Volt. deelwoord
gebeur + D
want, r = zachte klank
Persoonsvorm
tt - hij vorm
= stam + t
gebeur + t
In de klas gebeurt het toch wel.



In de klas zou het toch wel gebeurd zijn.
D/T/DT?

Slide 10 - Slide

Je laadt mijn iPhone toch wel op?

Laad je mijn iPhone wel op?
D/T/DT?

Slide 11 - Slide

PVTT
ik-vorm
laad
(je erachter)
PVTT
hij-vorm
laad+T
Je laadt mijn iPhone toch wel op?

Laad je mijn iPhone wel op?
D/T/DT?

Slide 12 - Slide

Wat:
Spelling H3 (lastige ww.vormen) hele leerlijn



Wanneer:
Deze les
Niet af = huiswerk
Volgende les andere invulling.

Aan de slag:

Slide 13 - Slide

Voor de les:
- je hebt je leesboek bij je!

In de les:
- Oefenen diataal, je hebt je laptop nodig!
Volgende les:

Slide 14 - Slide

1. Wat is de infinitief van het werkwoord?
2. Wat is de stam van het werkwoord?
3. Op welke plaats in de zin staat het woord?(pv,tt, pvvt, vd, bn, od)
4. Wie is/zijn het onderwerp?

belanden - Jammer genoeg [___________________] de vlieger net in de sloot
worden -     [___________________] je broer straks opgehaald?
Let goed op:
wanneer wel -dt en wanneer niet

Slide 15 - Slide