les 4 maart 2021 - Lezen H5 (3)

Heb je iets lekkers gegeten gisteravond?
😒🙁😐🙂😃
1 / 18
next
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Heb je iets lekkers gegeten gisteravond?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

lesdoel
je kunt verschillende tekstdoelen onderscheiden en benoemen

Slide 2 - Slide

5 tekstdoelen

Slide 3 - Mind map

H5 lezen - herhalen
kijk nog eens op blz 116 (groene stukje)

Slide 4 - Slide

H5 lezen - opdrachten
nakijken opdracht 3

Slide 5 - Slide

H5 lezen - opdracht 3
1 Nee, je vindt in een stad niet gemakkelijk een grasveld om te landen of op te stijgen.
2 De tussenkop droomauto past goed bij alinea 3 omdat de bedenker Vaculik ervan droomde uit zijn land te vluchten. Omdat hij niet kon vluchten met een bestaand vervoermiddel, verzon hij de auto waarmee dat wel zou kunnen en hij zijn droom kon verwezenlijken.
3 Je moet de verkeersregels kennen en die kunnen toepassen en je moet de auto kunnen bedienen.

Slide 6 - Slide

H5 lezen - opdrachten
nakijken opdracht 4

Slide 7 - Slide

H5 lezen - opdracht 4
1 B de Zweed Persson (de titel: steenrijk duidt erop dat het om de persoon gaat; slechts een alinea gaat over het spel Minecraft)

2 Het doel is informeren (ook goed: amuseren, want het is leuk om over iemands jeugd en levensloop te lezen)
3 Zijn jeugd / de jeugd van Persson
4 Het succes van Minecraft/ het ontstaan van Minecraft
5 Het spel Minecraft

Slide 8 - Slide

H5 lezen - opdracht 4
6 Het is figuurlijk gebruikt. Het was precies wat hij nodig had om succesvol te worden. Door wat hij daar leerde, kon hij Minecraft maken en daar heel veel geld mee verdienen.
7 De voorbeelden zijn: het woord ‘Minecraft’ is vaker gegoogeld dan de zoektermen ‘Harry Potter’ en ‘Justin Bieber’ (die ook heel populair zijn).
Het spel is inmiddels meer dan vijftig miljoen keer gedownload. Wie op YouTube zoekt naar Minecraft, vindt meer dan 57 miljoen video’s.

Slide 9 - Slide

H5 lezen - opdracht 4
8 Sociale vaardigheden heb je nodig als je met anderen iets doet. Omdat je voortdurend in contact met andere spelers bent en elkaar helpt, ben je sociaal bezig.
9 Je hebt technische, creatieve en sociale vaardigheden nodig.
10 Een optrekje duidt op iets kleins en armoedigs. Hier wordt het tegenovergestelde bedoeld.
11 Als jongetje speelde hij al graag met Lego (al. 2). Daaruit kun je opmaken dat hij het voor zijn plezier deed. Ook uit alinea 3 blijkt dat Persson en zijn team het eerst voor de lol deden.


Slide 10 - Slide

H5 lezen - opdracht 4
12 Contant afrekenen betekent dat je met munt- of papiergeld betaalt en het bedrag niet via een bankrekening overmaakt. Hij overhandigde dus een koffer met geld.

Slide 11 - Slide

H5 lezen - opdrachten
10 minuten in STILTE werken aan opdracht 5

Slide 12 - Slide

H5 lezen - opdracht 5
1 Het onderwerp is verkooptrucs.
2 Ja, aan de titel zie je dat de schrijver een boodschap heeft aan de lezer.
3 In de inleiding worden de verkooptrucs opgesomd. De eerste truc is het eerste tussenkopje (Traffic builders).
4 Op de stoep. Ze zijn al vanaf het begin van de straat zichtbaar.(al. 2)
5 De supermarktpsycholoog moet trucs verzinnen die mensen verleiden om te kopen. (een psycholoog heeft verstand van gedrag en gevoelens van mensen)

Slide 13 - Slide

H5 lezen - opdracht 5
6 met kijken: traffic builders; producten op ooghoogte;
met ruiken: geuren vers brood;
met horen: muzak
(richtinggevoel behoort niet tot een van de vijf zintuigen: zien, horen, ruiken, proeven, voelen)
7 De winkelwagen is verbreed, waardoor het lijkt of je nog niet zo veel hebt gekocht en er nog wel wat bij kan.


Slide 14 - Slide

H5 lezen - opdracht 5
8 Kaskrakers zijn producten waar veel aan verdiend wordt (die de winkelier veel geld opleveren).
9 Een horde is een hindernis. Dat is goed gekozen omdat het in de weg staat bij het boodschappen doen. Je moet moeite doen om het niet te kopen.
10 De mening van de schrijver staat in alinea 1 en ook weer in de laatste alinea (dat daarom iedereen moet weten hoe die trucs werken).
11 A Iedereen moet weten hoe de verleidingstechnieken werken.

Slide 15 - Slide

H5 lezen - opdrachten
Tijd over? Maak opdracht 10 en 11 blz 217.

Slide 16 - Slide

bedenk bij elk tekstdoel 
een tekstsoort

informeren
amuseren
instrueren
overtuigen
activeren

Slide 17 - Slide

ik weet nu wat tekstdoelen zijn
010

Slide 18 - Poll