Week 51 Mediawijsheid - Verslaving

1 / 43
next
Slide 1: Video
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Welke kenmerken van verslaving heb je in dit filmpje gezien?

Slide 2 - Mind map

verslavingsproblematiek

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat viel jullie op aan dit filmpje?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Ben jij verslavingsgevoelig? 
Doe de test

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat valt jou op aan het artikel? Wat vind jij ervan?

Slide 11 - Open question

Verslaafd aan....
Middelen- en gedragsverslavingen.

Mensen met verslaving verliezen de controle over hun leven.
Alles draait om het middel en hoe dit te krijgen.

Je omgeving kan een verslaving veroorzaken: bijvoorbeeld doordat 
je met mensen omgaat die drank/drugs gebruiken en jou overhalen dit ook te gaan doen.

Ontwenningsverschijnselen (reactie van het lichaam als het middel 'op' is).

Zorgen slecht voor zichzelf, doen de mensen die van hun houden veel pijn.

Slide 12 - Slide

Stellingen
We gaan een aantal stellingen behandelen. Je vult zelf in wat jij ervan vindt. 

Let op: jouw mening moet een argument hebben. 

Slide 13 - Slide

Stelling 1: Een beetje experimenteren moet kunnen.

Slide 14 - Open question

Stelling 2: Verslaafd raken, dat gebeurt mij niet.

Slide 15 - Open question

Hoe reageert jouw brein op drugs?
Elke drugs heeft een andere werking op je brein en geeft verschillende effecten. 

De drugs beïnvloedt de signalen die naar je brein worden verstuurd.

Drugs is intoxicatie (vergiftiging) van je lichaam.

"uppers en downers"

Alle drugs is schadelijk voor je brein. Je raakt niet alleen 
lichamelijk maar ook mentaal verslaafd aan een middel. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Quiz
We gaan een quiz spelen over verschillende soorten verslavingen. Na elke vraag bespreken we kort het antwoord. 

Slide 18 - Slide

Er gaan meer mensen dood aan alcoholverslaving dan aan drugsverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Als je elke maand een staatslot koopt, ben je gokverslaafd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Het aantal mensen met een koopverslaving stijgt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Door opkomst van internetporno kampen steeds meer Nederlanders met een seksverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Hoeveel procent van de 18-24 jarigen heeft ooit last gehad van alcoholmisbruik?
A
7%
B
11%
C
18%
D
26%

Slide 23 - Quiz

Wat is alcoholmisbruik?
Er is sprake van alcoholmisbruik als je negatieve gevolgen van alcohol merkt. Alcoholmisbruik blijkt uit minstens 1 van de volgende 4 criteria:

  • Herhaaldelijk alcohol drinken met als gevolg dat het niet meer lukt om te voldoen aan verplichtingen op het werk, school of thuis.
  • Herhaaldelijk alcohol drinken in situaties waarin dit fysiek gevaarlijk is (bijvoorbeeld autorijden).
  • Door het gebruik van alcohol in aanraking gekomen met justitie.
  • Alcohol blijven drinken, ondanks dat daardoor een probleem ontstaat (sociaal, beroepsmatig, psychisch of lichamelijk). 

Slide 24 - Slide

Gameverslaving is schadelijk voor je gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Tijdens het afkicken van blowen kun je somber en angstig worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Als je vaak veel drinkt, kun je steeds beter tegen alcohol.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Hoe lang doet je lever gemiddeld over de afbraak van 1 standaardglas alcohol?
A
30 minuten
B
1 à 1,5 uur
C
2 uur

Slide 28 - Quiz

In Nederland maakt alcohol meer slachtoffers dan roken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Hoeveel mensen zijn er aan de harddrugs in Nederland?
A
5.000 tot 10.000
B
10.000 tot 20.000
C
20.000 tot 30.000
D
30.000 tot 40.000

Slide 30 - Quiz

XTC-pillen worden steeds sterker en heftiger qua uitwerking.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

De meest gebruikte drug onder jongeren is XTC.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

XTC-gebruik 
Doordat XTC veel media-aandacht krijgt, lijkt het soms alsof iedereen XTC gebruikt. Dat klopt niet: de meeste jongeren nemen nooit XTC. Onder jongeren die veel naar festivals en dancefeesten gaan, is wel een grote groep XTC-gebruikers. Daarom denken jongeren soms dat iedereen wel eens een pilletje slikt. Hierdoor kan de drempel lager worden om zelf te gebruiken. Maar feit is: de meeste jongeren gebruiken niet.

Bron: https://www.drugsinfo.nl/xtc/xtc-gebruik-normaler-onder-jongeren 

Slide 33 - Slide


Bron: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/5161419/lachgas-veroorzaakte-al-64-dwarslaesies-sommigen-nemen-100-ballonnen

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Wat vind jij?

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Verslaafd? 
De 11 criteria aan de hand waarvan de ernst van “stoornis in middelengebruik” vastgesteld kan worden zijn:

1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
3. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
4. Sterk verlangen om te gebruiken.
5.Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
7. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
9.Voortdurend gebruik ondanks dat je weet dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die die minder hevig door meer van de stof te gebruiken.

Slide 41 - Slide

Bij wie en waar kun je terecht?

Slide 42 - Slide

Opdracht
- Groepjes maken 
- Informatie zoeken over de belangen van jullie rol
- Argumenten bedenken op de stelling 
'De overheid moet drugsgebruik gedogen' 

Slide 43 - Slide