Levend, dood en levenloos

Roofdieren
A
Levend
B
Niet-levend
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Roofdieren
A
Levend
B
Niet-levend

Slide 1 - Quiz

wind
A
Levend
B
Niet-levend

Slide 2 - Quiz

Levend of niet?

Konijn
A
levend
B
niet levend

Slide 3 - Quiz

Levend of niet?

Fiets
A
levend
B
niet levend

Slide 4 - Quiz

Een meer
A
Levend
B
Niet-levend

Slide 5 - Quiz

Levend of niet?

Speelgoedauto
A
levend
B
niet levend

Slide 6 - Quiz


A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 7 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 8 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 9 - Quiz


A
DOOD
B
LEVEND
C
LEVENLOOS

Slide 10 - Quiz

Temperatuur
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 11 - Quiz

wind
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 12 - Quiz

Roofdieren
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 13 - Quiz

andere dieren
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 14 - Quiz

Een meer
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 15 - Quiz

alle organismen hebben:
A
bladeren
B
dezelfde levenskenmerken
C
schimmels
D
ledematen

Slide 16 - Quiz

Als iets geen levenskenmerken meer vertoont dan is het
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 17 - Quiz

Welke van de onderstaande is het levenskenmerk
A
slapen
B
hartslag
C
Bloed
D
Waarnemen

Slide 18 - Quiz

Een plant neemt nitraat op via de wortels, een paard eet gras. Welk levenskenmerk is dit?
A
reageren
B
groeien
C
waarnemen
D
voeden

Slide 19 - Quiz

een boom wordt 60 m hoog.
over welk levenskenmerk gaat het hier?
A
waarnemen
B
groeien
C
voortplanten
D
reageren

Slide 20 - Quiz

Over welke levenskenmerk gaat de volgende zin.
Een hardloper hoort het startschot en sprint weg.
A
Groeien en reageren
B
waarnemen en reageren
C
groeien en waarnemen
D
reageren en voeden

Slide 21 - Quiz