Voorbeeld: f(x)= 2 + √(4-x)
Coördinaten berekenen randpunt.
Stap 1: Stel hetgeen onder de wortel gelijk aan 0.
Stap 2: Los de vergelijking op, dit is de x-waarde van het randpunt.
Stap 3: Bereken de y-waarde door x in te vullen in de functie.
Stap 4: Noteer de coördinaten van het randpunt.