§3.1 Negatieve getallen deel 2 groter dan en kleiner dan

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom M1B!

Ga snel op je plek zitten

Je pakt nog geen spullen

Je telefoon zit natuurlijk je in tas

Social shuffle!

Planning van de les

• Huiswerkopgave bespreken 

• Voorkennis ophalen 
• 3.1 deel 2: tekens voor groter dan en kleiner dan
  
• Uitleg
  
• Samen oefenen
  
• Zelfstandig aan de slag
  
• Huiswerk

Huiswerk: 2, 3, 4, 5, en 7

Terugblik & Voorkennis

Je loopt van de Koog naar Den Hoorn. Welke richting loop je?

1. Noord
2. Oost
3. Zuid
4. West

Welk getal is positief?

1. -324
2. 0
3. -52 341
4. 12 949 031

wat betekent < > =
kan je het uitleggen en/of een voorbeeld typen?

Laptops dicht

Leerdoel

Aan het einde van de les weet je...

... wat de tekens <  >  =  betekenen en hoe je ze gebruikt

'Is gelijk aan'

• Dit tekentje betekent dat wat aan de ene kant staat gelijk is dan wat er aan de andere kant staat. 
• 3 = 3
• 5 + 2 = 3 + 4

'Groter dan'

• Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat groter is dan wat er aan de rechter kant staat. 
• 8 > 2
• 5 + 2 > 3 + 3

>

'Kleiner dan'

• Dit tekentje betekent dat wat aan de linker kant staat kleiner is dan wat er aan de rechter kant staat. 
• 2 < 7
• 5 + 1 < 3 + 4

<

groter dan kleiner dan

Hulpmiddeltje 1 :

De opening staat altijd aan de kant van het grootste getal.

Hulpmiddeltje 2

Van het kleiner dan

teken kan ik een

K

maken . De K is de eerste letter van Kleiner

Chromebook openen, we gaan quizen!

> betekent:

1. kleiner dan
2. groter dan

-4 ... 4

1. <
2. >
3. =

-4 ... -2

1. <
2. >
3. =

-10 ... -12

1. <
2. >
3. =

Anna zegt: 15 > 12
Ruben zegt: 3 + 3 = 5 + 1
Wie heeft gelijk?

1. Anna heeft gelijk
2. Ruben heeft gelijk
3. Anna en Ruben hebben gelijk
4. Anna en Ruben hebben allebei geen gelijk

Wat: Maak Paragraaf 3.1 deel 2 opgaves 8, 9 ,10, 11  

Hoe: Via de digitale methode, hij staat klaar in de planning!  (Magister > leermiddelen > getal en ruimte > boek > planning)

Over ... min wil ik opgave 9 bespreken

Klaar? Ga Smartrekenen

Niet overleggen, niet vragen --->

Niet overleggen, wel vragen  --->

Overleggen en vragen mag  --->

Lesdoelen:

Ik weet wat positieve en negatieve getallen zijn

Ik weet wat de volgende tekens betekenen: < , > en =.

Huiswerk maandag 1e

Meenemen

Laptop + werkboek deel 1 

Afmaken:  3.1 deel 2 opgaves 8, 9 ,10, 11  

(digitaal)

Ruim je spullen op

Tafels & stoelen netjes zetten!

Denk aan je 60 minuten smartrekenen!!