Vragen bij marktvormen

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Paragraaf 4: markten 

Monopolie

1. is een leuk spel
2. is een marktvorm
3. een aanbieder, geen concurrentie
4. De antwoorden A, B en C zijn goed

Welke marktvorm hoort bij de markt van telefoons.

1. Oligopolie
2. Monopolistische concurrentie
3. Monopolie
4. Volkomen concurrentie

monopolistische concurrentie betekent...

1. veel vragers, veel aanbieders, heterogeen product
2. veel vragers, veel aanbieders, homogeen product
3. veel vragers, weinig aanbieders, homogeen product
4. veel vragers, weinig aanbieders, heterogeen product

Een kartel is niet strafbaar.

1. Waar
2. Niet waar

Prijsafspraken bij een kartel zijn nadelig voor de consument.

1. Ja
2. Nee

Veel vragers, veel aanbieders, homogeen product.

1. Monopolie
2. Volkomen concurrentie
3. Homogeen oligopolie
4. Monopolistische concurrentie

sushi restaurants zijn actief op de volgende markt(vorm)..

1. monopolie
2. oligopolie
3. volledig vrije mededinging
4. monopolistische concurrentie

Op de markt met volledige mededinging is er .... concurrentie

1. Veel
2. Weinig

Door de toegenomen concurrentie:

1. betalen consumenten hogere prijzen
2. betalen consumenten lagere prijzen
3. is er geen prijsverschil

Wat is marktwerking?

1. Dat de markt in het dorp goed draait.
2. Dat er concurrentie op een markt bestaat en hierdoor de prijzen dalen.
3. Dat er concurrentie op een markt bestaat en hierdoor de prijzen stijgen.
4. Dat bedrijven samenwerken om zoveel mogelijk winst te maken.

waarom wil je monopolist worden

1. je kunt dan zelf de prijs bepalen
2. je hebt dan geen concurrentie
3. je kunt de markt beinvloeden zodat je veel winst kunt maken
4. alle antwoorden zijn goed

Welk invloed heeft de concurrentie van buitenlandse fruittelers op de prijs van appels van een Nederlandse teler?

1. Hij verhoogt de prijs.
2. Hij doet niets aan de prijs.
3. Hij houdt de prijs zo laag mogelijk.

welke bedrijven concurrerenmet elkaar? (kies het meest juiste antwoord):

1. De Hema en de Renaultgarage
2. De Blokker en de boekhandel
3. De Aldi en de Sting
4. De Lidl en de Plus

Door de toegenomen concurrentie:

1. is er minder werk in landen van de Europese Unie met een sterke concurrentiepositie.
2. is er geen werk in landen van de Europese Unie met een sterke concurrentiepositie.
3. is er meer werk in landen van de Europese Unie met een sterke concurrentiepositie.

Van de wereldmarkt in computerbesturingssystemen heeft Microsoft het grootste deel in handen.
In de bovenstaande zin is sprake van een ...

1. concrete markt
2. abstracte markt

Twee beweringen:
I. De wereldkoffiemarkt is een concrete markt, omdat de koffie op duidelijk aanwijsbare plaatsen wordt verhandeld.
II. De effectenbeurs is een abstracte markt, omdat tegenwoordig alle aandelen electronisch worden verhandeld.

1. Beide zijn goed
2. I is goed en II is fout
3. I is fout en II is goed
4. Beide zijn fout

Welk van de onderstaande markten heeft niet de vorm van monopolistische concurrentie?

1. de detailhandel in kleding
2. de dienstverlening door garagebedrijven
3. het uitgeven van kranten

Wanneer verschillende bedrijven gaan samenwerken om de concurrentie op de markt te beperken, dan heet dat een ......

1. monopolie
2. oligopolie
3. fusie
4. kartel

Op de volgende twee marktvormen kunnen de producten heterogeen zijn:

1. volkomen concurrentie en oligopolie
2. volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie
3. monopolistische concurrentie en oligopolie
4. volkomen concurrentie en monopolie

Heterogene producten kunnen voorkomen op de volgende marktvormen.
I. volkomen concurrentie
II. oligopolie

1. Beide zijn goed
2. I is goed en II is fout
3. I is fout en II is goed
4. Beide zijn fout

I Mobieltjes zijn heterogene producten
II Briefjes van 20 euro zijn heterogene producten

1. I is juist
2. II is juist
3. I en II zijn juist
4. I en II zijn onjuist

Waarom kan Microsoft de prijzen van zijn software hoog houden?

Welke uitspraken passen bij een oligopolistische markt?

1. De concurrenten volgen Shell met de prijs
2. Coca cola en Pepsi zijn de grootste aanbieders van cola
3. Olieproductie wordt gedaan door een paar landen
4. Alleen de overheid verkoopt paspoorten

Wat zijn mogelijke nadelen van een monopolie?

Huiswerk

Paragraaf 2.4

Vraag 5, 7,10, 11