Anatomie les 7 bewegingsapparaat

Het bewegingsapparaat
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MBO

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Het bewegingsapparaat

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Functies skelet
  • steun en vorm geven aan het lichaam
  • kalk opslaan en afgeven.  Kalkzouten geven stevigheid aan de botten
  • zorgen voor beweeglijkheid
  • inwendige organen beschermen
  • bloedcellen vormen
  • aanhechtingsplaats voor spieren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Gewrichten
Zorgen ervoor dat beweging mogelijk is. Let op, een gewicht creëert geen beweging!
Een gewricht moet kunnen draaien, buigen en gewicht dragen.
Een gewricht moet dus sterk én soepel zijn.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Kogelgewricht
• Meest beweeglijk 
• Kan bijna helemaal ronddraaien

Slide 12 - Slide

Scharniergewricht
Beweging in 1 richting

-Elleboog
-Knie
-Vingers

Slide 13 - Slide

Rolgewricht
Het rolgewricht kan naar
links en rechts draaien, 
zoals het gewricht 
tussen je spaakbeen en 
ellepijp

Slide 14 - Slide

Zadelgewricht
Tussen middenhandsbeentje van de duim en de handwortel

Slide 15 - Slide

Scharniergewricht
Rolgewricht
Kogelgewricht

Slide 16 - Drag question

Welk soort gewricht verbindt de ellepijp met het spaakbeen ?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
scharniergewricht
D
Zadelgewricht

Slide 17 - Quiz

Schoudergordel

* Schouderblad


* Sleutelbeen



Slide 18 - Slide

Welke beenderen vormen samen een schoudergewricht ?
A
Sleutelbeen en opperarmbeen
B
Schouderblad en sleutelbeen
C
Schouderblad en opperarmbeen
D
Opperarmbeen, sleutelbeen en schouderblad

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

leuke spierweetjes...
  • Een mens heeft 639 spieren
  • kleinste spiertje zit in je oor
  • grootste spier is je bilspier
  • langste spier zit in je bovenbeen
  • sterkste spier is je tong
  • tijdens lopen gebruik je 200 spieren tegelijk
  • tijdens lachen gebruik je 20 spieren

Slide 22 - Slide

Kraakbeenweefsel en botweefsel
Kraakbeenweefsel is zacht en buigzaam. Dit zit op plekken waar beweging mogelijk is.
Botweefsel is hard en sterk. Het grootse deel van je skelet bestaat hier uit.

Slide 23 - Slide

wervelkolom

Slide 24 - Slide

Tussenwervelschijven
  • van kraakbeen, met geleiachtige kern
  • schokdemper


Slide 25 - Slide

Wervels verbonden door tussenwervelschijven

Slide 26 - Slide

Het aantal lendenwervels =
A
7
B
8
C
5
D
6

Slide 27 - Quiz

Hoe wordt de bovenste nekwervel genoemd die de schedel ondersteund?
A
Heiligbeen
B
Achterhoofdsbeen
C
Lumbaal
D
Atlas

Slide 28 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste plek 
wervelkolom
staartbeentje
bekken

nekwervel
schedel
ribben

Slide 29 - Drag question

Einde :)
Succes met het maken van de opdrachten van lesdag 7

Slide 30 - Slide