H4 Taalverzorging 2

H4 Taalverzorging 2
Blz. 88
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H4 Taalverzorging 2
Blz. 88

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les kun je werkwoorden in zinnen en teksten herkennen en benoemen.

Leerdoelen - grammatica
4

Slide 2 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat weet je al over een werkwoord?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Je leert:
  • deze woordsoorten in een zin herkennen en benoemen;




  • het werkwoordelijk gezegde in een zin herkennen en benoemen

Begrippen van de les
4
  • het werkwoord;
  • de persoonsvorm;
  • het hele werkwoord en het voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Werkwoorden (ww) zijn de belangrijkste woorden in een zin.
  • ze vertellen wat er gebeurt of wat iets of iemand doet;
  • zonder werkwoord heb je geen goede zin;
  • werkwoorden veranderen van vorm. Ze passen zich aan aan wat iets of iemand doet. Dat noem je vervoegen.


Werkwoord (theorie)
4
ik fiets
wij fietsen

Slide 5 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Persoonsvorm




In de eerste zin is drinkt de persoonsvorm. Dit is de werkwoordsvorm die verandert als de zin van tijd verandert.

Werkwoordsvormen (theorie)
4
Meneer Webbe drinkt alweer koffie.
Meneer Webbe dronk alweer koffie.
Weetje
Als er in een tekst maar één werkwoord staat, dan is dat altijd de persoonsvorm.

Slide 6 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Hele werkwoord



In deze zin is drinken het hele werkwoord. Dit is de werkwoordsvorm zoals het in het woordenboek staat.

Werkwoordsvormen (theorie)
4
Meneer Webbe zal morgen weer koffie drinken.
Weetje
Het hele werkwoord eindigt bijna altijd op -en.

Slide 7 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Voltooid deelwoord



In deze zin is gedronken het voltooid deelwoord. Het vdw begint vaak met ge-, ver- of be-.

Werkwoordsvormen (theorie)
4
Meneer Webbe heeft teveel koffie gedronken.
Weetje
Het voltooid deelwoord staat altijd in een zin met een persoonsvorm van hebben, worden of zijn.
Vergeten?
  • Wij vergeten alles. (persoonsvorm)
  • Wij gaan alles vergeten. (hele werkwoord)
  • Wij zijn alles vergeten. (voltooid deelwoord)

Slide 8 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

  • werkwoordsvormen





Begrippen van de les
4
persoonsvorm
Ali eet een broodje hete kip.
hele werkwoord
Ali gaat een broodje eten.
voltooid deelwoord
Ali heeft een broodje gegeten.

Slide 10 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Tijdproef
Als er meer werkwoorden in de zin staan, dan kun je de persoonsvorm vinden door de zin in een andere tijd te zetten.






Begrippen van de les
4
Ali eet een broodje hete kip.
Ali at een broodje hete kio.
Ali gaat een broodje eten.
Ali ging een broodje eten.
Ali heeft een broodje gegeten.
Ali had een broodje gegeten.

Slide 11 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Werkwoorden (ww) kun je van tijd veranderen:
  • tegenwoordige tijd
  • verleden tijd




Tijdproef: het werkwoord dat verandert als je de zin van tijd verandert is altijd de persoonsvorm


Tijdproef (theorie)
4
Meneer Webbe drinkt alweer koffie.
Meneer Webbe dronk alweer koffie.
Vraagzin?
Wanneer gaat de bel?

Slide 12 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat is de persoonsvorm in deze zinnen?
Persoonsvorm aanwijzen
4
De hond rent door het park.
Wij vergeten ons huiswerk.
Meneer Gozeling wil geen uitval meer hebben.
Jan heeft weer een muis gezien.

Slide 13 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Verander deze zinnen van tijd.
Zin van tijd veranderen
4
Meneer Webbe drinkt koffie en kijkt naar buiten.
De hond rent door het park.

Slide 14 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Je weet dat je op meerdere manieren de persoonsvorm in een zin kunt vinden:
  • vraagzin maken (basisschool)
  • tijdproef
  • getalproef
Leerdoelen - persoonsvorm vinden
4
Ik zou graag meer vakantie willen hebben.

Slide 16 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

  • Je kunt uitleggen wat het werkwoordelijk gezegde is;
  • Je kunt het werkwoordelijk gezegde in een zin benoemen.
Leerdoelen - werkwoordelijk gezegde
4

Slide 18 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

  • Het werkwoordelijk gezegde (wwg) van een zin bestaat uit één of meerdere werkwoorden: de persoonsvorm + de andere werkwoorden in de zin.
Werkwoordelijk gezegde
4
Mila zit aan haar bureau. (wwg = zit)
Rami heeft een voldoende gehaald. (wwg = heeft gehaald)
Jullie moeten Engelse woordjes leren. (wwg = moeten leren)

Slide 19 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Soms staat er te voor het hele werkwoord. Dit woord hoort dan ook bij het werkwoordelijk gezegde.
Werkwoordelijk gezegde met te voor hele ww
4
Sommige leerlingen zitten vandaag niet goed op te letten.
Wat is in deze zin het wwg?
Sommige leerlingen zitten vandaag niet goed op te letten.

Slide 20 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Soms staat er te of aan het voor het hele werkwoord. Dit hoort dan ook bij het werkwoordelijk gezegde.
Wwg met te en aan het voor hele ww 
4
Sommige leerlingen zitten vandaag niet goed op te letten.
Wat is in deze zin het wwg?
Sommige leerlingen zitten vandaag niet goed op te letten.

Slide 22 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

De persoonsvorm van sommige werkwoorden kan gesplitst voor komen in een zin.


wwg = ruim op.

Wwg met splitsbare werkwoorden
4
Opruimen 
Ruim je kamer op.

Slide 23 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.