klas 1TL - bij Hfd. 3 - uitleg être (1)

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

être = zijn

de vormen van het
onregelmatige ww. être

être	uitspraak:	zijn
je suis	sjuh swie	ik ben
tu es	tu è(s)	jij bent
il est	iel è	hij is
elle est	el è	zij is
on est	on è	men is / we zijn
nous sommes	noe som	wij zijn
vous êtes	voe (z) èt	jullie zijn / u bent
ils sont	iel son	zij zijn (mnl. mv.)
elles sont	el son	zij zijn (vrl. mv.)

je suis =

1. jij bent
2. hij is
3. zij is
4. ik ben

tu es =

1. jij bent
2. hij is
3. zij is
4. ik ben

il est =

1. jij bent
2. hij is
3. zij is
4. ik ben

elle est =

1. jij bent
2. hij is
3. zij is
4. ik ben

on est =

1. jij bent
2. men is
3. zij is
4. ik ben

tu es

elle est

il est

je suis

on est

ik ben

zij is

hij is

jij bent

men is /

we zijn

nous sommes =

1. wij zijn
2. men is
3. jullie zijn
4. zij zijn

vous êtes =

1. wij zijn
2. men is
3. jullie zijn
4. zij zijn

ils sont =

1. wij zijn
2. men is
3. jullie zijn
4. zij zijn

elles sont =

1. zij zijn (mnl. mv.)
2. zij zijn (vrl. mv.)

vous êtes

elles sont

ils sont

nous sommes

on est

wij zijn

zij zijn
(vrl. mv.)

zij zijn

(mnl. mv.)

jullie zijn

men is /

wij zijn