Zelfstandig oefenen H3 (schoolexamen)

Zelfstandig oefenen H3 (schoolexamen)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Zelfstandig oefenen H3 (schoolexamen)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Samengevat

Slide 4 - Slide

Bereken het nettoresultaat
Bedrijf X
Aantal ingekochte producten: 100
Aantal verkochte producten: 90
Inkoopprijs (excl.btw):€10,00
Verkoopprijs (excl.btw): 22,00
Bedrijfskosten: €500


Slide 5 - Open question

Omzet 90 x 22 =                                                          1.980
inkoopwaarde van de omzet 90 x 10 =                 900

brutowinst 1.980 - 900 =                                           1.080


Nettoresultaat   1.080 - 500 =                                     580
Bedrijf X
Aantal ingekochte producten: 100
Aantal verkochte producten: 90
Inkoopprijs (excl.btw):€10,00
Verkoopprijs (excl.btw): 22,00
Bedrijfskosten: €500


Slide 6 - Slide

De consumentenprijs van een broek is: € 49,-
De btw is 21%.

Bereken de verkoopprijs

Slide 7 - Open question

Consumentenprijs berekenen:
De verkoopprijs van een broek is: € 16,50.
De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Bereken de omzet bij de
evenwichtshoeveelheid.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

In de binnenstad van Kampen zijn heel veel
verschillende restaurants te vinden.
Elk restaurant heeft zijn eigen specialiteit.
Zo is er o.a. een chinees, italiaan en een
pannenkoekenrestaurant.
Van welke marktvorm is er sprake
op de markt voor restaurants in Kampen?
A
volkomen concurrentie
B
monopolistische concurrentie
C
oligopolie
D
monopolie

Slide 13 - Quiz

Als een consument een nieuwe fiets wil,
zal hij eerst moeten beslissen welk type
fiets hij wil aanschaffen (elektrische fiets,
mountainbike, stadsfiets etc.)
Als hij de keuze heeft gemaakt, kan hij
vervolgens kiezen uit 4 grote merken.

Van welke marktvorm is er sprake op de fietsenmarkt?
A
volkomen concurrentie
B
monopolistische concurrentie
C
oligopolie
D
monopolie

Slide 14 - Quiz