Havo 4 - Basis Onderwerp, hoofdgedachte, publiek en tekstdoel

Waarom beginnen we met de basis?
Om goed te kunnen schrijven, moet je ook goed kunnen lezen. Begrippen uit de cursus 'Basis' pas je toe wanneer je zelf een tekst schrijft. Daarnaast moet je je tekst baseren op bronnen (die moet je dus eerst lezen).

In deze les: onderwerp, hoofdgedachte, publiek en tekstdoelen (paragraaf 1 en 6 van cursus Basis)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Waarom beginnen we met de basis?
Om goed te kunnen schrijven, moet je ook goed kunnen lezen. Begrippen uit de cursus 'Basis' pas je toe wanneer je zelf een tekst schrijft. Daarnaast moet je je tekst baseren op bronnen (die moet je dus eerst lezen).

In deze les: onderwerp, hoofdgedachte, publiek en tekstdoelen (paragraaf 1 en 6 van cursus Basis)

Slide 1 - Slide

1: Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog over 'onderwerp van een tekst'?

Slide 3 - Mind map

Onderwerp
Het onderwerp van de tekst is een woord dat, of een woordgroep die aangeeft waarover de tekst gaat; het is géén zin.

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog over 'hoofdgedachte van een tekst'?

Slide 5 - Mind map

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is een mededelende zin (dus géén vraag!), die het belangrijkste weergeeft wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

Slide 6 - Slide

Onderwerp, hoofdgedachte of geen van beide?
Vrouwenvoetbal
A
Onderwerp
B
Hoofdgedachte
C
Geen van beide

Slide 7 - Quiz

Onderwerp, hoofdgedachte of geen van beide?
De salarissen van voetbalvrouwen zouden net zo hoog moeten zijn als die van de mannen.
A
Onderwerp
B
Hoofdgedachte
C
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

Onderwerp, hoofdgedachte of geen van beide?
Salarissen van voetbalvrouwen
A
Onderwerp
B
Hoofdgedachte
C
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

Onderwerp, hoofdgedachte of geen van beide?
Verdienen vrouwen genoeg in vergelijking met de mannen?
A
Onderwerp
B
Hoofdgedachte
C
Geen van beide

Slide 10 - Quiz

Onderwerp, hoofdgedachte of geen van beide?
De salarissen van voetbalvrouwen zouden net zo hoog moeten zijn als die van de mannen.
A
Onderwerp
B
Hoofdgedachte
C
Geen van beide

Slide 11 - Quiz

Wat is het onderwerp van een tekst met de volgende hoofdgedachte? 'Het is verstandig om na de havo-opleiding door te stromen naar het vwo.'

Slide 12 - Open question

Wat is het onderwerp van een tekst met de volgende hoofdgedachte? 'Er moet statiegeld voor petflessen worden ingevoerd.'

Slide 13 - Open question

Wat is het onderwerp van een tekst met de volgende hoofdgedachte? 'In Nederland komen steeds meer soorten roofvogels voor.'

Slide 14 - Open question

Als het onderwerp van een tekst 'goedkope vliegreizen' is, wat zou dan een hoofdgedachte kunnen zijn?

Slide 15 - Open question

2: Publiek en tekstdoelen

Slide 16 - Slide

Rekening houden met het publiek
  • Je wilt met je tekst altijd iets bereiken, dat is je tekstdoel. Als je rekening houdt met je publiek, dan is de kans groter dat je je doel bereikt. 
  • Als je zelf een tekst schrijft, dan houd je rekening met de voorkennis en het niveau van het publiek. Je past ook je toon aan (serieus, formeel bij een sollicitatiebrief of luchtig, humoristisch bij een column).

Slide 17 - Slide

Hoe zou je het lezerspubliek van De Telegraaf kunnen omschrijven?
A
Mensen die graag nieuws lezen, maar ook sensationele teksten
B
Mensen die graag droog nieuws lezen
C
Mensen die graag sensationele teksten lezen

Slide 18 - Quiz

Een stukje tekst van De Telegraaf van 13 okt
Amsterdam - Tegen twee verdachte autohelers, die een Audi RS5 als vluchtauto zouden hebben geleverd voor de aanslag op De Telegraaf, is in hoger beroep drie maanden celstraf geëist. Samir A. en Abdul T. bleven woensdagmorgen weg bij hun zaak op het Amsterdamse gerechtshof.
  

In de vroege morgen van 26 juni 2018 - rond een uur of vier - werd een Volkswagen Caddy tot twee keer toe hard in de gevel van het Telegraafgebouw aan de Amsterdamse Basisweg geramd.

De auto, gevuld met brandbare stoffen, bleef wonderwel steken op de gevel. Bij het aansteken van de stoffen ontstond een ontploffing en een grote brand. Een deel van het gebouw raakte zwaar beschadigd. Niemand raakte gewond.

Slide 19 - Slide

Herschrijf de tekst van De Telegraaf
zodat het publiek bestaat uit
kinderen uit groep 8 (Tekst staat bij 'uitleg')
timer
4:00

Slide 20 - Open question

Wat is het publiek van een tekst met de titel 'Waar ga jij naartoe deze zomer?' van de bron tienertoerkaart.nl?

Slide 21 - Open question

Van publiek naar tekstdoel
Als je een tekst schrijft, moet je toon passen bij het publiek van jouw tekst. Hier heb je mee geoefend. Je toon moet ook passen bij het doel van jouw tekst. Hier ga je nu mee aan de slag.

Slide 22 - Slide

Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht denk je?
A
Overtuigen
B
Opiniëren
C
Amuseren of ontroeren
D
Informeren

Slide 23 - Quiz

Wat zijn twee voorbeelden van een overtuigende tekst?
A
Betoog
B
Motivatiebrief
C
Reclame
D
Moppenboekje

Slide 24 - Quiz

Wat zijn twee voorbeelden van een activerende tekst?
A
Oproep
B
Schoolboek
C
Reclame
D
Betoog

Slide 25 - Quiz

Wat zijn twee voorbeelden van een amuserende/ontroerende tekst?
A
Nieuwsbericht
B
Gedicht
C
Reclame
D
Moppenboekje

Slide 26 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een tekst met de volgende hoofdgedachte? 'De salarissen van voetbalvrouwen zouden net zo hoog moeten zijn als die van de mannen.'
A
Opiniëren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Activeren

Slide 27 - Quiz