5.3 Stoffen scheiden

1 / 33
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Nakijken 5.2 blz 11 t/m 14
1 tm 7
8 t/m 12
13 t/m 19
20 t/m 23

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Welke van onderstaande soorten water is geen zoet water?
A
regenwater
B
oppervlaktewater
C
grondwater
D
zeewater

Slide 4 - Quiz

Hoe heet water in sloten, beken en rivieren?
A
regenwater
B
oppervlaktewater
C
grondwater
D
zeewater

Slide 5 - Quiz

Een glas melk is een:
A
Suspensie
B
Zuivere stof
C
Oplossing

Slide 6 - Quiz

Als je ijsblokjes en water bij elkaar doet heb je ...
A
een mengsel
B
limonade
C
een zuivere stof
D
een blok koolstof

Slide 7 - Quiz

In de tekening zie je een manier op water te zuiveren. Deze manier van zuiveren heet:

Slide 8 - Open question

In de tekening zie je een manier op water te zuiveren. Op het papier in de trechter (1) blijft het .............. achter

Slide 9 - Open question

In de tekening zie je een manier op water te zuiveren. Onder in de reageerbuis (2) komt het .............. terecht

Slide 10 - Open question

De vier voorwerpen die je hieronder ziet zijn van dezelfde houtsoort gemaakt. De houten kubus (voorwerp 3) blijft drijven in water. Welke bewering is waar?
A
Voorwerp 4 heeft de kleinste dichtheid.
B
Voorwerp 1 zinkt in water.
C
Alle vier de voorwerpen drijven in water.
D
Voorwerp 3 heeft de grootste massa.

Slide 11 - Quiz

5.3 Stoffen scheiden

Slide 12 - Slide

Belangrijk dus onthouden
Zuivere stof   : Bestaat uit 1 soort deeltjes
Mengsel        : Bestaat uit 2 of meer soorten deeltjes
    
Oplossing      : Helder en kan gekleurd zijn
Suspensie      : Troebel en gekleurd

Slide 13 - Slide

Stoffen scheiden
Om stoffen van elkaar te scheiden, gebruik je een scheidingsmethode.



Welke je gebruikt hangt af van de stoffen die in het mengsel aanwezig zijn.
Extra
De scheidingsmethodes die wij in deze paragraaf gaan behandelen, zijn verdampen, destilleren, adsorberen en extraheren.
Indampen
Extraheren
Adsorberen
Destilleren

Slide 14 - Slide

Indampen
  • Mengsel wordt verhit
  • Een stof verdampt (bv. water)
  • Een stof blijft over (bv. zout) - dit is het residu
  • Maakt gebruik van verschillende kookpunten van stoffen in het mengsel.
  • Indampen is dus een manier om een opgeloste stof te scheiden van een oplosmiddel.

Zeewater is een oplossing van zout in water. Wanneer je dat gaat verhitten, verdampt het water en blijft het zout als vaste stof achter. Het scheiden van deze 2 stoffen op deze manier heet indampen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Destilleren
  • Oplossing wordt verhit
  • Water verdampt en wordt opgevangen (destillaat)
  • Zout blijft over (residu).
  • Maakt gebruik van verschillen kookpunt van de stoffen in het mengsel

Slide 17 - Slide

Adsorberen
  • Bij adsorberen maak je gebruik van het verschil in aanhechting aan het adsorptiemiddel. 
  • Een van de stoffen 'blijft plakken' aan het adsorptiemiddel en het andere niet.
  • Nu kun je het adsorptiemiddel + de stof uit je oplossing filtreren

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Extraheren
  • Gebruik maken van verschil in oplosbaarheid.
  • Het extractiemiddel is meestal water. 
  • Na de extractie ga je filtreren en indampen.
  • Voorbeeld: thee zetten, koffie maken. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Scheidingsmethode
Welk mengsel scheid je?
Scheiding door een verschil in: 
Voorbeeld
Bezinken of afschenken
Niet opgeloste vaste stof in een vloeistof
Dichtheid, een stof zakt naar de bodem
Afgieten van gekookte aardappelen
Filtreren of zeven
Niet opgeloste vaste stof in een vloeistof
Deeltjesgrootte de niet opgeloste stof kan niet door het fiter
Theebladeren opvangen met een theezeefje
Indampen
Opgeloste stof in een vloeistof (oplosmiddel)
Kookpunt stof met laagste kookpunt verdampt het eerst
Oploskoffie maken
Destilleren
Opgeloste stof in een vloekstof (oplosmiddel)
Kookpunt stof met het laagste kookpunt verdampt het eerst
Sterke drank maken
Adsorberen
Opgeloste stof in een vloeistof
Aanhechthing een stof hecht aan het adsorptiemiddel
Gasmasker
Extraheren
Twee vaste stoffen
Oplosbaarheid een vaste stof lost op in het extractiemiddel
Nagellak verwijderen.

Slide 22 - Slide

En ja hoor...
Eerst even oefenen

Slide 23 - Slide

Na het indampen blijft achter...
A
Het oplosmiddel
B
De oplossing
C
Het mengsel
D
De opgeloste stof

Slide 24 - Quiz

Wat is indampen?

Slide 25 - Open question

Esther wil een mengsel van zand en zout scheiden. Aan het einde wil ze zowel het zand als het zout overhouden. Ze weet dat ze hiervoor drie scheidingsmethoden moet gebruiken, namelijk extraheren, indampen en filtreren. In welke volgorde moet zij de scheidingsmethoden gebruiken?

Slide 26 - Open question

Zand vormt met water een suspensi. Je kunt het zand van het water scheiden. Met welke scheidingsmethode kun je een suspensie scheiden?
A
filtreren en bezinken en afschenken
B
Destilleren en indampen
C
Indampen en bezinken en afschenken
D
filtreren en destilleren

Slide 27 - Quiz

In de Dode Zee blijf je goed drijven omdat:
A
De dichtheid van het water kleiner is dan de dichtheid van je lichaam
B
Er heel erg weinig zout in de dode zee zit
C
Je lichaam lichter is dan het water
D
De dichtheid van je lichaam kleiner is dan de dichtheid van het zoute water.

Slide 28 - Quiz

Sleep de  beschrijving naar het juiste woord
Filtreren
Indampen
Destilleren
Verschil in kookpunt, vloeistof wordt opgevangen
Verschil in deeltjesgrootte.
Verschil in kookpunt, de vloeistof verdwijnt. 

Slide 29 - Drag question

Okke gaat spiritus ontkleuren. Hiervoor doet hij een schepje norit (actieve koolstof) in een reageerbuisje met spiritus. Na goed te hebben geschud, filtreert hij de inhoud van het reageerbuisje.
A
Destilleren
B
Indampen
C
Adsorberen
D
Extraheren

Slide 30 - Quiz

Sleep de  beschrijving naar het juiste woord
Drijven
Zweven
Zinken
De dichtheid van een voorwerp is kleiner dan de dichtheid van een vloeistof
De dichtheid van een voorwerp is groter dan de dichtheid van een vloeistof
De dichtheid van een voorwerp is even groot als de dichtheid van een vloeistof

Slide 31 - Drag question

Aan het (huis)werk
Maak 5.3 Stoffen scheiden. 
Werkboek blz 20 t/m 24
Lezen? blz 106 t/m 106 leerboek

Slide 32 - Slide

En zet hier de foto's van je werk neer.

Slide 33 - Open question