H4 herhalen Taal 2

H4 herhalen Taal 2
Periode 3
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 herhalen Taal 2
Periode 3

Slide 1 - Slide

Welk voorzetsel hoort hier?

Straks word ik er... aangekeken dat jullie een onvoldoende halen!
A
aan
B
met
C
voor
D
op

Slide 2 - Quiz

Welk voorzetsel hoort hier?

Hij moet boeten ... zijn daden in de gevangenis.
A
van
B
met
C
voor
D
op

Slide 3 - Quiz

Welk voorzetsel hoort hier?

Hij heeft zich gebrand ... corruptie in die tijd.
A
aan
B
met
C
voor
D
op

Slide 4 - Quiz

Welk voorzetsel hoort hier?

Hij heeft het gehaald ... behulp ... bijles voor wiskunde.
A
met ... door
B
met ... van
C
door ... van
D
door ... met

Slide 5 - Quiz

Welke verwijzing hoort hier?

De politie voert ... taken goed uit, ondanks het personeelstekort.
A
hun
B
zijn
C
haar
D
hen

Slide 6 - Quiz

Welke verwijzing hoort hier?

Het Binnenhof opent ... deuren aanstaande maandag voor scholieren.
A
hun
B
zijn
C
haar
D
hen

Slide 7 - Quiz

Welke verwijzing hoort hier?

Is het meedoen aan de Ramadan tijdens de examens niet veel te zwaar voor ... ?
A
hun
B
zij
C
hen

Slide 8 - Quiz

Welke verwijzing hoort hier?

Dat ... meedoen aan de Ramadan tijdens de examens verdient veel respect.
A
hun
B
zij
C
haar
D
hen

Slide 9 - Quiz

Welke verwijzing hoort hier?

Ik geef ... veel respect omdat zij meedoen aan de Ramadan tijdens de examens.
A
hun
B
zij
C
haar
D
hen

Slide 10 - Quiz

Welke vervoeging hoort hier?

De storm ... de school.

A
verwoeste
B
verwoesde
C
verwoestte
D
verwoesten

Slide 11 - Quiz

Welke vervoeging hoort hier?

De door de storm ... school werd wederopgebouwd.

A
verwoeste
B
verwoesde
C
verwoestte
D
verwoesten

Slide 12 - Quiz

Welke vervoeging hoort hier?

Hoe kan zo'n korte storm nou een hele school ... ?

A
verwoeste
B
verwoesde
C
verwoestte
D
verwoesten

Slide 13 - Quiz

Welke vervoeging hoort hier?

Johan heeft al zijn social media-apps ... .

A
gedeleet
B
gedelete
C
gedeleted
D
gedeletet

Slide 14 - Quiz

Welke vervoeging hoort hier?

Ook Chris ... zijn Instagram app al jaren geleden.
A
deletete
B
deleete
C
deletede
D
delete

Slide 15 - Quiz

Welke vervoeging hoort hier?

Mariska ... wekelijks voor haar gezondheid.
A
fitnesst
B
fitnessd
C
fitnesd
D
fitnest

Slide 16 - Quiz

Welke vervoeging hoort hier?

Sterre ... het geluid van de video voor ons.
A
fixten
B
fixde
C
fixdte
D
fixte

Slide 17 - Quiz

Welk woord hoort er NIET bij gelet op verkleinvorm?

A
bom
B
pasta
C
flamingo
D
bingo

Slide 18 - Quiz

Welk woord hoort er NIET bij gelet op verkleinvorm?

A
cowboy
B
buggy
C
tafel
D
vlinder

Slide 19 - Quiz

Welke samenstelling is NIET correct?
A
geluidsscherm
B
belastingsdienst
C
stoelpoot
D
retedom

Slide 20 - Quiz

Welke samenstelling is NIET correct?
A
boekenweek
B
geluksvogel
C
plafondlamp
D
reuzenleuk

Slide 21 - Quiz

Welke meervoudsvorm is NIET correct?
A
bacterieën
B
museums
C
A3's
D
antidepressiva

Slide 22 - Quiz

Welke meervoudsvorm is NIET correct?
A
crises
B
fora
C
academicussen
D
wc's

Slide 23 - Quiz

Welke spelling is correct?
A
heriogliefen
B
vanilleijs
C
koffie-apparaat
D
Annes hondje

Slide 24 - Quiz

Welke spelling is correct?
A
geögrafisch
B
IQ-test
C
Max's kamer
D
hoog-begaafd

Slide 25 - Quiz

Met of zonder -n?

Veel ... maken geen gebruik van hun stemrecht.
A
jongere
B
jongeren

Slide 26 - Quiz

Met of zonder -n?

... spijkerboeken gaan maar één seizoen mee.
A
sommige
B
sommigen

Slide 27 - Quiz

Met of zonder -n?

Mijn ouders gaan scheiden, waardoor ... moeten verhuizen.
A
beide
B
beiden

Slide 28 - Quiz

Met of zonder -n?

Mijn ouders gaan scheiden, waardoor ze ... moeten verhuizen.
A
beide
B
beiden

Slide 29 - Quiz

Met of zonder -n?

Maar een van mijn ... buren kan spreken.
A
dove
B
doven

Slide 30 - Quiz

Met of zonder -n?

De leerlingen kwamen met zijn ... langs om te vragen om uitval.
A
dertige
B
dertigen

Slide 31 - Quiz

Welk voegwoord hoort hier?

Hij ging langs huis ... hij naar voetbaltraining ging.
A
waardoor
B
waarnaar
C
waarna
D
waarvan

Slide 32 - Quiz

Welk voegwoord hoort hier?

Jij houdt nergens van! Je houdt niet van biologie ... ook niet van geschiedenis.
A
maar
B
want
C
dan
D
en

Slide 33 - Quiz

Welk voegwoord hoort hier?

Je blijft altijd lang in bed liggen ... dat is helemaal niet verstandig.
A
maar
B
want
C
dus
D
omdat

Slide 34 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?

Het station ... is de laatste halte.
A
'S-Hertogenbosch
B
'S-hertogenbosch
C
's-hertogenbosch
D
's-Hertogenbosch

Slide 35 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?

Meneer ... is mijn favoriete docent.
A
P. Van Vliet
B
p. van Vliet
C
P. van Vliet
D
p. Van Vliet

Slide 36 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?

Mijn oma heeft thuis veel echt ... blauw.
A
delfts
B
Delfts

Slide 37 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?

Spaghetti is lekkerder met ... .
A
parmezaan
B
Parmezaan

Slide 38 - Quiz

Wel of geen hoofdletter?

Mevrouw ... ... ... ... is mijn favoriete docent.
A
Van der Holst-Chahider
B
van der Holst-Chahider
C
Van Der Holst-Chahider
D
Van der Holst-chahider

Slide 39 - Quiz

Waarvoor staat het leesteken puntkomma (;)?
A
Het zit tussen een dubbele punt en een komma in.
B
Het zit tussen een punt en een komma in.
C
Het zit tussen een dubbele punt en een punt in.
D
Het zit tussen een dubbele punt en een uitroepteken in.

Slide 40 - Quiz

Hoe moeilijk wordt de taaltoets voor jou?
Heel makkelijk
Een beetje makkelijk
Een beetje moeilijk
Heel moeilijk

Slide 41 - Poll