3HV - 2.2 - opfris quiz / communisme en fascisme

1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welk kenmerk hoort niet bij het fascisme?
A
Democratisch bestuur
B
Nationalisme
C
Persoonsverheerlijking
D
Geweld

Slide 2 - Quiz

Wie was de grondlegger van het fascisme?
A
Adolf Hitler
B
Wilhelm II
C
Bismarck
D
Benito Mussolini

Slide 3 - Quiz

Het fascisme is een ...
A
antidemocratische, totalitaire en extreemnationalistische politieke beweging
B
variant van het communisme met extreme onderdrukking onder één leider die wordt vereerd

Slide 4 - Quiz

Wie was de grondlegger van het communisme?
A
Marx
B
Lenin
C
Stalin
D
Troski

Slide 5 - Quiz

Welk begrip past niet bij de Sovjet-Unie?
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Communisme
D
Planeconomie

Slide 6 - Quiz

Planeconomie van Stalin is een typisch voorbeeld van het communisme?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Gelijkheid is een kenmerk bij ...
A
Fascisme
B
Communisme

Slide 8 - Quiz

Welk woord weg?
A
Communisme
B
Fascisme
C
Anti-semitisme
D
Nationaal-socialisme

Slide 9 - Quiz

Stalin ontwikkelde de Sovjeteconomie met een ............................................. Alle boeren moesten samenwerken in een ........................ . Het doel van deze ................................ was een grotere landbouwproductie. Die was nodig doordat de stadsbevolking groeide door de .............................................. Het verzet van boeren leidde tot de dood van miljoenen onderdanen door ................... en .......................................... Onder Stalin werd de SU een totalitaire ................................... Hij liet miljoenen onderdanen deporteren naar .......................... Het ........................... was een variant van het communisme met extreme ....................................... en extreme ..................................................... van een politiek leider.
collectivisatie
goelags
dictatuur
hongersnood
industrialisatie
kolchoz
onderdrukking
persoonsverheerlijking
planeconomie
Stalinisme
terreur

Slide 10 - Drag question

NEP
Duce
Man van staal
Fascisme

Slide 11 - Drag question

Maak de juiste combinaties
het idee dat je eigen ‘ras’ (soort) beter is dan andere ‘rassen’.
manier van denken van mensen die het leger heel erg belangrijk vinden
zeer nationalistische, anti democratische en totalitaire politieke beweging
zeer nationalistische, anti democratische, totalitaire en racistische politieke beweging
Fascisme
militairisme
racisme
nationaalsocialisme

Slide 12 - Drag question

Mussolini
Hitler
Italië
Duitsland
Nationaal-socialisme
Fascisme

Slide 13 - Drag question

Hitler
Stalin

Beiden 
censuur
Communisme
Ongelijkheid
Duitsland
Rusland
Verkiezingen winnen
plan economie
Strafkampen
persoonsverheerlijking

Slide 14 - Drag question

#WORK
1. Maak je Kahoot over 2.1 en 2.2 af 
2. Deel je Kahoot met mijn account: barreidegroot

Slide 15 - Slide