- Gebruik signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, daarnaast, bovendien, ook, etc.
- AUB-model: Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld
- Noem bronnen
- Gebruik feiten: (wetenschappelijke) onderzoeken, nieuwsberichten, cijfers, etc.
- Gebruik voorbeelden uit de praktijk: stel je voor...
Misschien wel het belangrijkste: breng ze met overtuiging!