Leerjaar 3 - T6 B6 tm 10

Herhaling 
Thema 6, basisstof 6 tm 10
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling 
Thema 6, basisstof 6 tm 10

Slide 1 - Slide

Voordat je begint met het herhalen van de vragen. Hoe goed denk je dat je stof beheerst?
A
Ik beheers de stof niet
B
Ik beheers de stof matig
C
Ik beheers de stof goed
D
Ik beheers de stof zeer goed

Slide 2 - Quiz

Maak alle vragen die je tegenkomt. Als je iets niet goed had en je begrijpt niet helemaal waarom. Zoek dit dan eerst op in het boek. Begrijp je het niet nadat je het stukje in het boek hebt gelezen? Steek dan je vinger op en dan komt de docent je helpen!

Slide 3 - Slide

Hoe ontstaat successie?
Sleep de onderstaande gebeurtenissen zodat er een juiste chronologische volgorde ontstaat 
1
2
3
4
5
6
Op de bodem die arm is aan organische stof ontkiemen planten die bestand zijn tegen extreme abiotische factoren
Kleine consumenten 1e orde en reducenten vestigen zich in en op de bodem
De reducenten breken detritus af waardoor bodem rijker wordt aan organische stof
Door de rijkere bodem worden er meer producten aangetrokken met een tolerantie voor meer anorganische stof.
Het voedselaanbod stijgt enorm en trekt consumenten van hogere orden aan.
De biodiversiteit stijgt explosief en er ontstaat gelaagdheid in het ecosysteem

Slide 4 - Drag question

Hoe noem je het eindstadium van successie?
A
Climax ecosysteem
B
Pionier ecosysteem

Slide 5 - Quiz

Zie je op de foto een climax systeem of een pioniersecosysteem? Leg uit.

Slide 6 - Open question

Wat zijn kenmerken van een climax ecosysteem?

Slide 7 - Open question

Pionierecosysteem

- abiotische factoren wisselen sterk
- humusarme grond
- weinig verschillende soorten organismen
- veel individuen per soort
- eenvoudig voedselweb

Climax ecosysteem

- abiotische factoren min of meer constant
- humusrijke bodem
- veel verschillende soorten organismen
- weinig individuen per soort
- ingewikkeld voedselweb

Slide 8 - Slide

Teenganger
Zoolganger
Topganger

Slide 9 - Drag question

vogel met haaksnavel 
en klauwen
vogel met priemsnavel; lange poten en soms gedeeltelijke zwemvliezen
vogel met kegelsnavel of pincetsnavel; poten met drie tenen naar achteren en één naar voren
vogel met zeefsnavel; poten met zwemvliezen tussen de tenen
Watervogel
Roofvogel
Steltloper
Zangvogel

Slide 10 - Drag question

Kegelsnavel
Zeefsnavel
Haaksnavel
Priemsnavel

Slide 11 - Drag question

Zonplanten
Schaduwplanten
Licht groen blad
Donker groen blad
Groot blad
Klein blad

Slide 12 - Drag question

Hoe zijn planten aangepast aan droogte?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Consument 3
Consument 1
Consument 2
Heterotroof
Autotroof
Producent

Slide 15 - Drag question

Autotroof
Heterotroof
Kan zelf voedsel maken
Is afhankelijk van andere organismen voor voedsel
Fotosynthese
Bladgroenkorrels
Consument
Producent

Slide 16 - Drag question

Wat is "energiestroom"?
A
Stof waarin veel energie opgeslagen zit.​
B
De plaats van een organisme in een voedselketen.​
C
de biomassa
D
Als energie wordt doorgegeven aan het volgende trofische niveau.​

Slide 17 - Quiz

Je hebt nu alle stof voor het proef SO herhaald. Hoe goed denk je dat je de stof beheerst?
A
Ik beheers de stof niet
B
Ik beheers de stof matig
C
Ik beheers de stof goed
D
Ik beheers de stof zeer goed

Slide 18 - Quiz

Je bent nu klaar met de herhaling LessonUp. Lees de onderdelen die je niet helemaal goed had gemaakt nog even door in je boek!

Daarna kan je de test jezelf maken van biologie voor jou, een samenvatting maken of een begrippenlijst maken!

Slide 19 - Slide