Hst 1_opdracht 1.18_1.19

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Hst 1_opdracht 1.18_1.19

Maak opdracht 1.18

Hoe: zelfstandig en stil overleg tweetal

15 minuten daarna bespreken

Opdracht 1.18:

Qv=-0,5P+100

Qa=2P-50

MK=0,5q+25

Qv=collectieve vraag (x1.000)

Qa=collectieve aanbod (x 1.000)

p=prijs in euro's

q=aantal broeken in stuks

Bedrijf streeft naar maximale winst

• a. Bereken de afzet van de ondernemer.
• Stap 1 marktprijs bepalen
  Qv=Qa 
  -0,5P+100=2P-50
  -2,5P=-150
  P=€60
  
• Stap 2 max winst MO=MK
  Bij volkomen concurrentie P=MO=MO=60
  60=0,5q+25
  0,5q=35
  q=70 dus 70.000 stuks

Opdracht 1.18:

Qv=-0,5P+100

Qa=2P-50

MK=0,5q+25

Qv=collectieve vraag (x1.000)

Qa=collectieve aanbod (x 1.000)

p=prijs in euro's

q=aantal broeken in stuks

Bedrijf streeft naar maximale winst

Van vraag a weten we P=60=GO=MO

• b. De kostprijs van de broek verandert door een verhoging van de cao lonen met €10,-
  Stel de nieuwe MK functie op
• Als de lonen met €10,- toenemen nemen de marginale kosten ook met €10,- toe
  MK=0,5q+25+10 
  MK=0,5q+35

Opdracht 1.18:

Qv=-0,5P+100

Qa=2P-50

MK=0,5q+25

Qv=collectieve vraag (x1.000)

Qa=collectieve aanbod (x 1.000)

p=prijs in euro's

q=aantal broeken in stuks

Bedrijf streeft naar maximale winst

Van vraag a weten we P=60=GO=MO

• c. stel de individuele aanbodfunctie op
  De individuele aanbodlijn geeft het verband weer tussen de prijs van een product en het aanbod van een product door één producent. 
• Als kosten toenemen met €10 per product zal de individuele aanbieder minder aanbieden bij een bepaalde prijs
• qa was eerst qa=2P-50
  qa=2(P-10)-50= 2P-20-50=2P-70
  
  

Opdracht 1.18:

Qv=-0,5P+100

Qa=2P-50

MK=0,5q+25

Qv=collectieve vraag (x1.000)

Qa=collectieve aanbod (x 1.000)

p=prijs in euro's

q=aantal broeken in stuks

Bedrijf streeft naar maximale winst

Van vraag a weten we P=60=GO=MO

• c. stel de individuele aanbodfunctie op
  De individuele aanbodlijn geeft het verband weer tussen de prijs van een product en het aanbod van een product door één producent. 
• Als kosten toenemen met €10 per product zal de individuele aanbieder minder aanbieden bij een bepaalde prijs
• qa was eerst qa=2P-50
  qa=2(P-10)-50= 2P-20-50=2P-70
  
  

Qa=2P-50	Qa=2P-70
2P=Qa+50	2P=Qa+70
P=0,5Qa+25	P=0,5Qa+35

Kostenstijging en daling in Qa

Kostenstijging dan P in Qa vervangen door (P-kostenstijging)

Kostendaling dan P vervangen in Qa door (P+kostendaling)

1.18 d

• Qa=2P-70 Teken lijn (rechte lijn)

Qa= o als P=€35

P=€60 > Qa=50

• Lijn is dus 10 hoger en bij een prijs van b.v. 60 wordt aanbod 50.000 stuks ipv 70.000 stuks

1.18 e

Bereken hoeveel de prijs stijgt bij de loonstijging van €10,-

Stap 1 Qa=Qv

-0,5P+100=2P-70

-2,5P=-170 > P= €68

Prijs was eerst €60,- > stijging met €8,-

1.18 f Geef een economische verklaring dat de marktprijs minder is gestegen dan de €10,-

Opgave 1.19 

Er wordt subsidie verleend op de productie van merkloze witte t-shirts van €8,-. De productiekosten dalen

Qv=-2P+50 (x 1.000)

Qa= P-10 (x 1.000)

TK=0,5q^2+10q

• 1.19 a Stel de nieuwe collectieve aanbodfunctie op:
• subsidie > prijs+ subsidie > Qa=(P+8)-10= P-2

Opgave 1.19 

Er wordt subsidie verleend op de productie van merkloze witte t-shirts van €8,-. De productiekosten dalen

Qv=-2P+50 (x 1.000)

Qa= P-10 (x 1.000)

TK=0,5q^2+10q

• 1.19 b Bereken hoeveel procent de prijs daalt door de subsidie van €8,-
• oude evenwichtsprijs
  Qv=Qa > -2P+50=P-10
  -3P=-60 > P=€20
• Nieuwe evenwichtsprijs
  Qv=Qa > -2P+50=P-2
  -3P=-52 > P=€17,33
• %-verandering= (17,33-20)/20 x 100= -13.4%

Opgave 1.19 

Er wordt subsidie verleend op de productie van merkloze witte t-shirts van €8,-. De productiekosten dalen

Qv=-2P+50 (x 1.000)

Qa= P-10 (x 1.000)

TK=0,5q^2+10q

Uit 1.19 a Qa'= P-2

• 1.19 c Bereken de totale subsidiekosten door overheid
• oude evenwichtsprijs
  P=€20
• Nieuwe evenwichtsprijs P=€17,33
• > Qa'= P-2= 17,33-2= 15,33 x 1.000
  15.330 stuks
• Totale subsidie:
  15.330 x 8= €122.640,-

Opgave 1.19 

Er wordt subsidie verleend op de productie van merkloze witte t-shirts van €8,-. De productiekosten dalen

Qv=-2P+50 (x 1.000)

Qa= P-10 (x 1.000)

TK=0,5q^2+10q

Uit 1.19 a Qa'= P-2

• 1.19 d maximale winst bereken de omzet na subsidieverlening (let op antwoord antwoordboekje is anders)
• MO=MK en P=GO=MO
  P= €17,33 = MO
  TK voor subsidie=0,5q^2+10q
  MK voor subsidie=TK'=q+10
  MK na subsidie= q+10-8= q+2
• MO=MK
  17,33= q+2 > q=15,33 x 1.000= 15.330 stuks
• TO=pxq= 17,33 x 15.330= 265.668,90