BSR 2t Thema C §6 Feit, mening, argument en standpunt deel 2

THEMA C  
KUNST
Open je boek alvast op blz. 40-41.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Feit, mening, argument
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

THEMA C  
KUNST
Open je boek alvast op blz. 40-41.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Feit, mening, argument

Slide 1 - Slide

  • Je weet wat standpunten en argumenten zijn en kunt deze herkennen.
  • Je kunt benoemen met welke signaalwoorden meningen en argumenten
    vaak worden aangeduid.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

In deze les gaan we:
  • Verder werken aan Thema C;
  • in gesprek over de begrippen feit, mening, standpunt, argument.
  • vooruitblikken op de komende lessen.

Slide 3 - Slide

  • Geen telefoons.
  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  • Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  • Als een klasgenoot aan het woord is,
    is de rest van de klas stil.
  • Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.
De regels tijdens de lessen Nederlands

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Is een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. 
Je kunt een feit altijd controleren

De toetsweek start morgen.

Een feit

Slide 6 - Slide

Een mening (ook wel standpunt) is een uitspraak over wat iemand vindt of hoe iemand ergens over denkt.
Je kunt het met een mening eens of oneens zijn.
Je herkent meningen aan signaalwoorden: Ik vind dat... Naar mijn mening... Volgens mij...
Een mening

Slide 7 - Slide

Een standpunt = een houding die je aanneemt ten aanzien van een vraagstuk. Vaak kun je het ergens mee eens of oneens zijn.

Een argument = een feit dat jouw standpunt ondersteunt. Met goede argumenten maak je duidelijk waarom je een bepaald standpunt inneemt.
Standpunt en argument

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Wat?
Thema C: Kunst (blz. 40-41). Feit, mening, standpunt en argument. Opdracht 5 t/m 8 -> in je schrift.
Hoe?
In tweetallen, fluisterend overleggen.
Leg je antwoorden uit in volledige zinnen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
Tien minuten.

Klaar?
Puzzel 18 en 19 -> bladzijde 266-267.
Opdracht 5 t/m 8
timer
10:00

Slide 11 - Slide

  • Je weet wat standpunten en argumenten zijn en kunt deze herkennen.
  • Je kunt benoemen met welke signaalwoorden meningen en argumenten
    vaak worden aangeduid.
Lesdoelen

Slide 12 - Slide

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 13 - Slide

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
u2ta: qjffs
u2tb: sgmrx
u2tc: dqymz

Slide 14 - Slide