A6sp Periode 2, Les 4 LECTURA/LITERATURA ZAFON - KOL (21-11-2023)

Bienvenidos
1 / 47
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos

Slide 1 - Slide

El programa 
  1. INFO
  2. DEBERES, VOCABULARIO p.74 (5m) 
  3. GRAM: El imperfecto de subjuntivo (20m)
  4. LITERATURA: Carlos Ruiz Zafón, La sombra del viento (25m)
  5. Examen de escritura (10 min)
  6. REFLEXIÓN, DEBERES


schrijftoets retour: einde v.d. les
              

Slide 2 - Slide

Info: Metas / Objetivos (doelen)
Literatuur:
Je leert over enkele toppers uit de Spaanse literatuur en hun literaire context.

Leesvaardigheid: 
Je leert begrijpend lezen bij teksten op uiteenlopende terreinen en je leert werken met verschillende typen vraagstelling en leesstrategieën.

Grammatica en woordenschat: 
Je leert de imperfecto de subjuntivo herkennen in teksten.
Je oefent met het herkennen van werkwoorden in teksten.
Je werkt aan je woordenschat.

Slide 3 - Slide

Info: Toetsen en opdrachten
  • Tussentoets: leesvaardigheid en woordenschat (formatief, 8 december 2023)
  • Toetsweek: Leesvaardigheid (10%, herkansbaar)
  • Literatuur: 2 opdrachten (10%, niet herkansbaar, uiterlijk 20 december 2023, 10.00 uur, examenreglement: te laat is een 1)
  • Portfolio: oefenexamen VWO 2016-2e tijdvak + vocab-dossier, uiterlijk 20 december 2023, 10.00 uur
  • LET OP DE INLEVERDATUM, houd je werk goed bij.

Slide 4 - Slide

Les deberes fueron:
Estudiar:
Hoofdgedachte in een alinea: Syllabus 2.3.1 t/m 2.3.4 (p.10-13) + leer de spaanse vraagstellingen uit je hoofd S-N (vetgedrukt op p.12-13); Leer de vraagstellingen S-N (Paso adelante H10 p.74)
Leer uit je hoofd S-N: vocab syllabus p.72+73 S-N -> próximas páginas

Hacer: -> comprobar el viernes 
  • PA H10 oef 2, 3, 4, 6, 7 -> Antwoorden PA4 H10 
  • Syllabus p.13 opgave 3-4 (zie ook p.28) + p.50-51 opgave 17 + Caperucita roja t/m regel 14 ‘aposento’. 
  • evt. maken (extra oefening hoofdgedachte alinea): syllabus p.29, VWO-examen 2005 eerste tijdvak, tekst 2, 3, 5, 6, Focus op de vraagnummers  in de syllabus.

Slide 5 - Slide

p.72-73
naar smaak
A
acaso
B
tal vez
C
a lo mejor
D
a gusto

Slide 6 - Quiz

p.72-73
te (veel)
A
de repente
B
mediante
C
demasiado
D
hacia

Slide 7 - Quiz

p.72-73
nauwelijks
A
apenas
B
fuera
C
tan
D
entonces

Slide 8 - Quiz

p.72-73
met het oog op, gelet op
A
aún
B
tanto
C
ante
D
casi

Slide 9 - Quiz

VOCABULARIO

Syllabus p.74

Slide 10 - Slide

20m - El imperfecto de subjuntivo 
Doel: 
het herkennen van de subjuntivo in zinnen/teksten, zodanig dat duidelijk is wat de betekenis van het betreffende woord is. 


Slide 11 - Slide

El Subjuntivo
Mira las próximas páginas y contesta las preguntas: 

  1. ¿Qué significan los textos de las próximas páginas?
  2. ¿Qué destaca (wat valt op) en la conjugación de los verbos?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

El (presente de) subjuntivo
Ejemplo: 'Espero que tengas un buen viaje.'

Gebruik van de subjuntivo:
  1. Een wil of een advies. (Quiero que..., Te aconsejo que...)
  2. Een wens of voorkeur. (Espero que..., Prefiero que...)
  3. Een onpersoonlijke uitdrukking van mening (Es importante que...)
  4. Twijfel of onzekerheid. (Dudo que...., No creo que ...)
  5. Emotie (Me alegro que...., Temo que ..... )

Het werkwoord na 'que' staat dan in de subjuntivo.

Slide 15 - Slide

Cap. 5, D: El subjuntivo
Vorm van de subjuntivo:
  1. Neem de ik-vorm van de presente.
  2. Knip de uitgang -o eraf.
  3. Voeg de uitgangen toe.

Pregunta: 
Waarom staat er 'Neem de ik-vorm....' en niet  'Neem de stam van het werkwoord'?

Ejemplo: tenga, tengas, tenga, tengamos, tengáis, tengan

Slide 16 - Slide

Cap. 6, D: El imperfecto de subjuntivo
Repaso: Presente (tegenwoordige tijd)
           Espero que vengas (ik hoop dat je komt)

Nuevo: Pasado (verleden tijd) 
           Esperaba que vinieras (ik hoopte dat je kwam / zou komen)

HACER: -> VERDEEL je tijd over beide oefeningen
  • presente de subjuntivo, libro 3, H5 D + ejerc. 37a + ejerc. 37b primera frase (libro 3, p.37)
  • imperfecto de subjuntivo, libro 3, H6 D + oef 35ab (libro 3 p.82)
timer
10:00
EXPLICACIÓN: 
libro 3 p.36-37 + p.81

Slide 17 - Slide

Cap. 5, Ejercicio 37a
1 (tú) pedir pides pidas
2 (usted) poder puede pueda
3 (él) dormir duerme duerma
4 (ella) conocer conoce conozca
5 (usted) poner pone ponga
6 (yo) salir salgo salga
7 (vosotros) hacer hacéis hagáis
8 (nosotros) tener tenemos tengamos
9 (ellos) decir dicen digan
10 (yo) venir vengo venga

Slide 18 - Slide

Cap. 6, ejercicio 35ab
1 tuviera tener hebben
2 trabajara trabajar werken
3 estuviera estar zijn
4 tomara tomar nemen
5 volviera volver teruggaan
6 trabajara trabajar werken
7 terminara terminar eindigen
8 disfrutara disfrutar genieten
9 pudiera poder kunnen

Slide 19 - Slide

Literatura 

Literatura: 'La Sombra del Viento' (2001)

¿Qué significa el título?


In totaal 2 opdrachten,
weging 10%, niet herkansbaar, 
uiterlijk 20 december 2023, 10.00 uur, examenreglement: te laat is een 1.






Slide 20 - Slide

Carlos Ruiz Zafón 

... es el escritor español más famoso del 
siglo XXI.
... nació en Barcelona en 1964 y 
murió en Los Angeles en 2020.

Escribió muchos libros con gran fantasía, que sobre todo transcurren en un pasado misterioso.

El libro 'La Sombra del Viento' 
transcurre en Barcelona.




Slide 21 - Slide

El libro más famoso: 
'La Sombra del Viento' 


Una reseña del libro:
'Lo dejarás todo al lado y leerás a lo largo de la noche entera; no querrás abandonar La Sombra del Viento hasta que hayas llegado al final'

Joschka Fischer, vicecanciller alemán







Barcelona

Slide 22 - Slide

La Sombra del Viento 







'Lo dejarás todo al lado y leerás a lo largo de la noche entera; no querrás abandonar 
La sombra de viento hasta que hayas llegado al final'
Joschka Fischer, vicecanciller alemán








¿Estáis de acuerdo con Sr. Fischer?
Explica.

Slide 23 - Slide

La Sombra del Viento

ESCUCHA y LEE el comienzo del capítulo 4. 

1. ESCUCHAR: el texto en  holandés. 
2. ESCUCHAR + LEER: el texto en español.












El cementerio de los libros olvidados

Slide 24 - Slide

Trabajar en grupos 

 HACER:  la tarea en 'Teams'.

De opdracht staat op Teams. 
4 personen per groep, 
intekenen op de lijst + maak onderdeel 1-3.



timer
10:00

Slide 25 - Slide

REFLEXIÓN

Slide 26 - Slide

Apunta palabras sobre
Ruiz Zafón y 'La sombra
del viento' (en español)

Slide 27 - Mind map

10 min - Schrijftoets
- Bekijk je schrijftoets 
- reflecteer 
- zoek fouten en verbeteringen op (alle hulpmiddelen toegestaan)

Slide 28 - Slide

Los deberes
Van de vorige keer: 
  • al het huiswerk afmaken van vorige les -> wordt nabesproken

Leren: 
  • Herhaal Hoofdgedachte (Syll. p.10-13) + leer de Spaanse vraagstellingen uit je hoofd S-N + Vocab syllabus p.74 S-N + Imperfecto de subjuntivo H6 gram. D (libro 3 p.81)
Hacer: 
  • evt. afmaken indien in de les niet af: subjuntivo H5 D ejerc. 37a + ejerc. 37b primera frase (libro 3, p.37)
  • evt. afmaken indien in de les niet af: imperfecto de subjuntivo, libro 3, H6 D oef 35ab (libro 3 p.82)
  • intekenen voor de groepsindeling van literatuur (op teams) + maak 'La Sombra del Viento' onderdeel 1-3
  • maken PA H10 oef 6,7 
  • maken opdr. Caperucita roja t/m regel 14 ‘aposento’.

Slide 29 - Slide

Mañana -> Antwoorden syllabus opgave 3 en 4
3.1. A  (línea 1-2, eerste zin)                        3.2. A  (por = vanwege, línea 15)
3.3. De volgende twee zaken: (l. 30-35)
- meer mannen dan vrouwen plegen plagiaat 
- studenten van tegenwoordig zijn zich er niet van bewust dat zij een strafbaar feit plegen (met plagiaat) 

4.1. A      (zie ondertitel 'Aunque ...'  en de eerste zin van de tekst)
4.2. Eén van de volgende twee te noemen:  (línea 10-12)
- meer energieverbruik door gebruik van verwarming of airconditioning 
- meer uitstoot door vervoer (rijden op langere afstanden) 

Slide 30 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte in een alinea? Noteer de 4 stappen (Syll. p.11)

Slide 31 - Open question

Opbouw van een alinea (syll. p.11):
welke alinea-opbouw wordt NIET genoemd?
A
de hoofdmededeling staat in de eerste zin
B
de hoofdmededeling staat in de tweede zin (zin 1 is dan een inleiding op de hoofdmededeling)
C
de hoofdmededeling staat in de laatste zin, als conclusie van het voorgaande
D
de hoofdmededeling staat in de voorlaatste zin

Slide 32 - Quiz

Noteer in het kort:
hoe vind je de hoofdgedachte in een alinea?
(Syllabus p.10)

Slide 33 - Open question

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen, vraag beantwoorden
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 34 - Quiz

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 35 - Slide

Wat heb je geleerd over de subjuntivo, tegenwoordige tijd en verleden tijd?

Slide 36 - Open question

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 37 - Open question

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 38 - Open question

Slide 40 - Slide

Caperucita roja, línea 2:
...y no QUEDABA nada
A
zal overblijven - quedar - futuro
B
zou overblijven - quedar - condicional
C
blijft over - quedar - presente
D
bleef over - quedar - imperfecto

Slide 41 - Quiz

Caperucita roja, línea 2:
...querida por todo aquel que la CONOCIERA...
A
kende - conocer - imperfecto de subjuntivo
B
kende - conocer - imperfecto
C
zou kennen - conocer - condicional
D
zal kennen - conocer - futuro

Slide 42 - Quiz

p.47: Uso del diccionario.
Wat wordt bedoeld met: 1) de functie avn een trefwoord en 2) de grondvorm van een trefwoord?

Slide 43 - Open question

Multiple choice vragen en open vragen:
Jouw vier tips op basis van
Syllabus p.42-44 en Libro de referencia p.48-49

Slide 44 - Open question

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, bepalen wat je moet zoeken, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 45 - Quiz

Bespreek in tweetallen en beantwoord daarna deze vraag individueel:
Hoe ga je te werk om de behandelde woorden te onthouden?
Noteer je werkwijze + noteer wanneer en hoeveel tijd je hieraan wilt gaan besteden.

Slide 46 - Open question