Samenstellingen

Werken met een schrijfplan 2
Welkom M3D

Leg je boek, pen en papier op tafel. 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Werken met een schrijfplan 2
Welkom M3D

Leg je boek, pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Slide

Vandaag:

- korte feedback schrijfplan
- H. 26 Samenstellingen 
Je leert wanneer je samenstellingen aan elkaar of los schrijft en wanneer je een tussenklank of koppelteken gebruikt.

Slide 2 - Slide


Onderwerp: woord of woordgroep
- routine op de middelbare school
- een dag op de middelbare school

Hoofdgedachte: volledige zin
- Voorbereiding helpt bij de middelbare school.
- Een dag op de middelbare school is drukker en uitdagender dan op de basisschool.
 - Een dag op de middelbare school biedt nieuwe ervaringen, meer zelfstandigheid en verschillende vakken.

Slide 3 - Slide

Tekstdoelen

Wat is het doel van de tekst?
Kies uit: informeren, instructie geven, overtuigen, overhalen, amuseren

Slide 4 - Slide

Schrijfopdrachten bij Nederlands:
-  Laat je opdracht niet door ChatGPT schrijven (leer je niet zoveel van en kan je op je toets ook niet gebruiken)
- Translate gebruiken mag. Probeer alleen losse woorden te vertalen en zelf je zinnen te schrijven. 

Slide 5 - Slide

1. Wat is het onderwerp?
2. Wat is de hoofdgedachte?
3. Wat is het tekstdoel?
timer
3:00

Slide 6 - Slide

H. 26 Woorden aan elkaar of los schrijven. 
Je leert wanneer je woorden aan elkaar of los schrijft en wanneer je een tussenklank of koppelteken gebruikt. 

Slide 7 - Slide

Samenstelling: je schrijft twee (of meer) woorden aan elkaar omdat het om één ding gaat. 

ziekenhuis, zomervakantie, boodschappenlijst, huiswerk, zonnebloem, tandarts

Slide 8 - Slide

Tussenklank in samenstellingen:
-n, -s, -er

ziekenhuis
stationsplein
kindertrui


Slide 9 - Slide

Tussen -n:
Eerste deel is een zelfstandig naamwoord.
Eerste deel heeft een alleen meervoud op -en. 
paardenstal

het paard
paard, paarden
pannenkoek

de pan
pan, pannen
groentesoep

de groente
groente, groenten, groentes

Slide 10 - Slide

klant service
A
klanteservice
B
klantenservice

Slide 11 - Quiz

boek bon
A
boekebon
B
boekenbon

Slide 12 - Quiz

rijst pap
A
rijstepap
B
rijstenpap

Slide 13 - Quiz

groene thee
A
groene thee
B
groenethee

Slide 14 - Quiz

gedachte sprong
A
gedachtesprong
B
gedachtensprong

Slide 15 - Quiz

Tussen -s
Alleen als je een s hoort. 

kapperszaak, kappersschaar, stationsplein, 

Tussen -er
Als het meervoud van het eerste woord eindigt op -eren. 

eierdopje (ei, eieren)
kinderkaartje (kind, kinderen)
rundergehakt (rund, runderen)

Slide 16 - Slide

brand weer ladder
A
brand weer ladder
B
brandweerladder
C
bandweer ladder

Slide 17 - Quiz

verrassing effect
A
verrassingeffect
B
verrassingseffect

Slide 18 - Quiz

kind arts
A
kindarts
B
kinderarts

Slide 19 - Quiz

weer vooruitzicht
A
weer vooruitzicht
B
weervooruitzicht
C
weersvooruitzicht

Slide 20 - Quiz

Koppelteken:

- bij aardrijkskundige namen
Zuid-Holland, Noord-Amerikaans

- bij klinkerbotsingen
astma-aanval

Slide 21 - Slide

Werk in Numo aan de taak Samenstellingen.

Je moet minimaal 80% goed hebben. 

Slide 22 - Slide