What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Formuleren 2
Onjuist verwijzen
Bij onjuist verwijzen komen het antecedent (het woord waarnaar verwezen wordt) en het verwijswoord niet overeen.
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3,4
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Onjuist verwijzen
Bij onjuist verwijzen komen het antecedent (het woord waarnaar verwezen wordt) en het verwijswoord niet overeen.
Slide 1 - Slide
https:
Slide 2 - Link
Opdracht 1
blz 234
Slide 3 - Slide
Zin 1
A
hij
B
zij
C
ze
D
het
Slide 4 - Quiz
zin 2
A
haar
B
hem
C
het
Slide 5 - Quiz
zin 3
A
haar
B
hem
C
het
D
hij
Slide 6 - Quiz
zin 4
A
haar
B
hem
C
het
Slide 7 - Quiz
zin 5
A
hij
B
zij
C
ze
D
het
Slide 8 - Quiz
zin 6
A
hem
B
het
C
haar
Slide 9 - Quiz
Opdracht 2
blz 234
Slide 10 - Slide
zin 1
A
zijn
B
haar
C
hun
Slide 11 - Quiz
zin 2
A
zijn
B
haar
C
hun
Slide 12 - Quiz
zin 3
A
zijn
B
haar
C
hun
Slide 13 - Quiz
zin 4
A
zijn
B
haar
C
hun
Slide 14 - Quiz
zin 5
A
zijn
B
haar
C
hun
Slide 15 - Quiz
zin 6
A
zijn
B
haar
C
hun
Slide 16 - Quiz
opdracht 3
blz 234
Slide 17 - Slide
zin 1
A
hen
B
hun
Slide 18 - Quiz
zin 2
A
hen
B
hun
Slide 19 - Quiz
zin 3
A
hen
B
hun
Slide 20 - Quiz
zin 4
A
hen
B
hun
Slide 21 - Quiz
opdracht 4
blz 234
persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord
geef per zin aan welk woord je moet invullen
Slide 22 - Slide
zin 1
timer
0:30
Slide 23 - Open question
zin 2
timer
0:30
Slide 24 - Open question
zin 3
timer
0:30
Slide 25 - Open question
zin 4
timer
0:30
Slide 26 - Open question
zin 5
timer
0:30
Slide 27 - Open question
zin 6
timer
0:30
Slide 28 - Open question
opdracht 5
blz 235
deze, die, wie, dit, dat of wat
Slide 29 - Slide
zin 1
A
die
B
dit
C
dat
D
wat
Slide 30 - Quiz
zin 2
A
die
B
dit
C
dat
D
wat
Slide 31 - Quiz
zin 3
A
die
B
dit
C
dat
D
wat
Slide 32 - Quiz
zin 4
A
die
B
dit
C
dat
D
wat
Slide 33 - Quiz
zin 5
A
die
B
dit
C
dat
D
wat
Slide 34 - Quiz
zin 6, 1e woord
A
die
B
dit
C
dat
D
wat
Slide 35 - Quiz
zin 6, 2e woord
A
die
B
dit
C
dat
D
wat
Slide 36 - Quiz
opdracht 6
blz 235
waar, waar + voorzetsel, wie of voorzetsel + wie
Slide 37 - Slide
zin 1
timer
0:30
Slide 38 - Open question
zin 2
timer
0:30
Slide 39 - Open question
zin 3
timer
0:30
Slide 40 - Open question
zin 4
timer
0:30
Slide 41 - Open question
zin 5
timer
0:30
Slide 42 - Open question
zin 6
timer
0:30
Slide 43 - Open question
huiswerk maandag 7/3
maken opdracht 6, 7 en 8, blz 235-236
Slide 44 - Slide
More lessons like this
Week 38
September 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
1Q 3 april formuleren verwijzen met deze,die,dit en dat
April 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3 Verwijzen met deze, die, dit en dat
November 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Formuleren en woordenschat
November 2019
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
G1HVa - Formuleren - les 33 - 10-1-2024 §3 Verwijzen met deze - die - dit -dat
January 2025
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 1.1: De consument en zijn behoeften
October 2020
- Lesson with
36 slides
Economie
Secondary Education
Grammatica zinsdelen §7 - Beknopte bijzin
October 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Grammatica zinsdelen §7 - Beknopte bijzin
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4