Depressie presentatie

Depressie
Quinty Tangel
Sarah Claus 
Kyra Witteveen
Loïs Barmentlo
Esmée de Waal
1 / 54
next
Slide 1: Slide
MentorlesHBOStudiejaar 2

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Depressie
Quinty Tangel
Sarah Claus 
Kyra Witteveen
Loïs Barmentlo
Esmée de Waal

Slide 1 - Slide

Inhoudsopgave 
- Wat is een depressie?
- Vormen van depressieproblematiek
- Het sociale netwerk van iemand met een depressie
- Herstelproces van een depressieve stemming
- Documentaire

Slide 2 - Slide

Wat is een depressie?

Slide 3 - Open question

Depressie definitie
Een ontregeling van de stemming, meer of minder ernstig, waarbij mensen zich leeg, somber en wanhopig voelen. Deze ontregelde stemming is vrijwel dagelijks aanwezig, het grootste deel van de dag en minimaal 2 weken of langer. 

Slide 4 - Slide

Hebben jullie zelf ervaring, of kennen jullie iemand met een gediagnosticeerde depressie?
Ja, ik zelf
Ja, iemand uit mijn directe omgeving
Ja, iemand die ik niet goed ken
Nee.

Slide 5 - Poll

Persoonsgebonden risicofactoren.
- Erfelijkheid
- Persoonlijkheid
- Gezondheid

Slide 6 - Mind map

Persoonsgebonden risicofactoren:
Erfelijkheid
- kinderen met ouders met een depressie

Persoonlijkheid
- weinig zelfvertrouwen
- perfectionistisch
- angst om het niet goed te doen

Gezondheid: 
- hormonale afwijkingen of schommelingen
- chronische aandoening
- een hartinfarct of een beroerte
- medicijnen, slaaptekort, middelengebruik
Omgevingsgebonden risicofactoren:
Intergenerationele factoren
- KOPP kinderen
- traumatische gebeurtenissen in de jeugd
- relationele problemen of ruzies tussen ouders. 
Weinig sociale steun
- uitsluiting / buitensluiting / eenzaamheid
Materiële en werk- of schoolgerelateerde problemen
- armoede, werkeloos
- hoge werkdruk, leerproblemen
Levensgebeurtenissen
- verlieservaringen,  (psycho)traumatische gebeurtenissen

Slide 7 - Slide

Hoeveel volwassenen krijgen te maken met een depressie?
A
53%
B
27,6%
C
38,4%
D
63%

Slide 8 - Quiz

Hoelang houdt een depressie meestal aan?
A
minder dan een jaar
B
minder dan 2 jaar
C
minder dan een half jaar
D
minder dan 3 jaar

Slide 9 - Quiz

Beloop van een depressie
- Moeilijk te omschrijven, episoden
- Onder de 12 jaar? grotere kans op psychische ontregelingen
- 50% van de mensen met een ernstige depressie knapt binnen een half jaar op
- Angstproblematiek én een depressie
- Positieve gezondheid -> 

Slide 10 - Slide

6.2 Vormen van depressieproblematiek

Slide 11 - Slide

Wat is het gene dat mild tot ernstig is?
A
Symptomen van depressie
B
Het leed dat iemand ervaart

Slide 12 - Quiz

Symptomen
milde depressie -> enkele symptomen
Volledige depressie -> alle bijbehorende symptomen

Slide 13 - Slide

Mensen met een depressie kunnen niets anders dan...?

Slide 14 - Open question

Wat is het verschil tussen mensen met depressie en mensen zonder depressie
A
De somberheid
B
Het negatieve denken
C
Af en toe nog iets positiefs beleven

Slide 15 - Quiz

Existentiële hoop
  •  3 tijdsdimensies
  • mensen met depressie
  • afgezonderd zijn van toekomst
  • betekenisvolle relatie met andere

Slide 16 - Slide

Wat is waar?
A
Mensen met een depressie zijn negatief over zichzelf
B
Mensen met een depressie zijn negatief over anderen
C
Mensen met een depressie zijn positief over zichzelf
D
Mensen met een depressie zijn positief over anderen

Slide 17 - Quiz

Mensen met een depressie:
  •  niks goed doen etc.
  • willen verandering
  • zorgt voor veel piekeren

Slide 18 - Slide

Bij welke vorm van depressie loopt een persoon rusteloos rond en beweegt hij/zij voortdurend zijn/haar handen of benen
A
Geagiteerde depressie
B
b. Depressieve stoornis met psychotische kenmerken
C
c. Specifieke vorm van depressie zoals winterdepressie of postpartum depressie
D
Persisterende depressieve problematiek

Slide 19 - Quiz

Verschillende vormen van depressie
  • a. Geagiteerde depressie
  • b. Depressieve stoornis met psychotische kenmerken
  • c. Specifieke vorm van depressie zoals winterdepressie of postpartum depressie
  • d. Persisterende depressieve problematiek

Slide 20 - Slide

Geagiteerde depressie
- tegenovergestelde van het bekende beeld

Slide 21 - Slide

Hoeveel procent van de mensen met depressie hebben last van een psychotische depressie?
A
10%
B
15%
C
20%
D
25%

Slide 22 - Quiz

Depressieve stoornis met psychotische kenmerken
  • stemmingscongruent
  • behandeling noodzaak
  • grotere kans op terugval
  • duurt langer en moeilijker te behandelen 

Slide 23 - Slide

Specifieke vorm van depressie
voorbeelden:
- Winterdepressie
- Postpartum depressie

Slide 24 - Slide

Winterdepressie
  •  Kenmerken

Slide 25 - Slide

Postpartum depressie
  •  Kenmerken

Slide 26 - Slide

Hoeveel procent van de vrouwen ervaart een postpartum depressie na hun bevalling?
A
9%
B
12%
C
18%
D
22%

Slide 27 - Quiz

Persisterende depressieve problematiek
  •  Gedeprimeerdheid minder uitgesproken
  • Negatief zelfbeeld & pessimisme
  • Onderdeel persoonlijkheid
  • Laat gediagnosticeerd

Slide 28 - Slide

Denk je dat mensen met een persisterende depressie nog mee kunnen doen met de maatschappij? Ja of Nee, met uitleg waarom

Slide 29 - Open question

Gevolgen
  • Binnen het gezin
  • Inkomsten
  • Taakverdeling
  • Zelfkritiek en schaamte

Slide 30 - Slide

Care giver burden is ...?
A
De last die de familie ervaart van de extra zorg
B
Mensen die omgaan met iemand met depressie gaan sneller zelf in somberheid over
C
De sociaal werker die de zorg op zich neemt

Slide 31 - Quiz

Wat zijn valkuilen voor een SW'er als het gaat om het inzetten van het sociaal netwerk bij iemand met depressie?

Slide 32 - Open question

Netwerk in kaart brengen
  •  hard nodig in herstelproces
  • kunnen onderdeel van probleem zijn
  • zelf depressie hebben
  • sociaal werker moet onderscheid maken

Slide 33 - Slide

Adviezen voor gezin
  •  moeite met alledaagse dingen -> helpen hierbij
  • KOPP-groep 
  • signalen herkennen terugval
  • problemen erkennen en begrip tonen

Slide 34 - Slide

Zelfdoding
  •  moet ter sprake komen
  • taboe doorbreken kan bevrijdend zijn

Slide 35 - Slide

Preventie van depressie 
  • Noodzakelijk om effectieve methodes in te zetten 
  •  Indirecte benadering
  • Lichamelijke aandoeningen
  • Word door overheid als probleem gezien

Slide 36 - Slide

Wat is de veelbelovende interventie waarbij er niet direct op de depressie wordt gezeten?

Slide 37 - Open question

Noem 1 doelgroep waar de overheid zich op richt om depressie te voorkomen?

Slide 38 - Open question

Begeleiding eerste stadium depressie 
  • Wachtlijst
  •  Andere begeleiding

Slide 39 - Slide

Overweldigend door de aandoening 
  • Alles kost moeite
  •  Antidepressiva

Slide 40 - Slide

Moet elke depressie behandeld worden met antidepressiva
A
Ja
B
Nee
C
Ik weet het niet
D
Ik let niet op

Slide 41 - Quiz

Worstelen met de aandoening
  • Herstel van depressie
  •  Kwetsbaarheid

Slide 42 - Slide

Leven met de aandoening
  • Gewone leven weer opgepakt 

Slide 43 - Slide

Leven voorbij de aandoening
  • Knik in levenslijn of zwarte bladzijde
  •  Keerpunt

Slide 44 - Slide

Hoe zien sommige mensen hun depressie achteraf terug als een…?

Slide 45 - Open question

Documentaire
https://www.youtube.com/watch?v=MY9pkt1DUaM&t=2006s

Stukje van de docu kijken, vanaf minuut 25 tot minuut 33



Slide 46 - Slide

Welke psychische functies zijn er in het eerste onderdeel van het werkmodel?

Slide 47 - Open question

Welke functies zijn er?
Uiterlijk/contact,cognitieve functies (betrekking op het denken),affectieve functies (betrekking op het voelen),conatieve functies (betrekking op het handelen)

Slide 48 - Slide

Uiterlijk/contact
-Huidspecialist
-Contacten in zijn omgeving

Slide 49 - Slide

Cognatieve functies: wat kun je zeggen over het denken van Noah

Slide 50 - Open question

Wat kun je zeggen over het denken van Noah (uitleg)
-Sombere gedachtes
-Bewustzijn, in hoeverre was Noah bewust van zijn depressie, en in hoeverre dringen prikkels tot hem door?
-Levensvragen

Slide 51 - Slide

Wat kun je zeggen over de affectieve functies? Betrekking op het voelen

Slide 52 - Open question

De conatieve functies (hebben betrekking op het handelen)

-Sucidale handelingen
-Plannen
-Brief maken

Slide 53 - Slide

Einde!!!!!!!!!

Slide 54 - Slide