Voorkennis erfelijkheid en evolutie

Voorkennis erfelijkheid en evolutie


Neem blz. 166+167 voor je en vul de juiste antwoorden in
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Voorkennis erfelijkheid en evolutie


Neem blz. 166+167 voor je en vul de juiste antwoorden in

Slide 1 - Slide

LEERDOELEN
1 Je kunt de verschillen uitleggen tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.
2 Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
3 Je kunt uitleggen wat genotype en fenotype zijn.
4 Je kunt de verschillen benoemen tussen mitose en meiose.
5 Je kunt benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.

In de onderbouw heb je al geleerd over onderwerpen die te maken hebben met erfelijkheid en evolutie. Je hebt deze kennis nodig voor dit thema. Wil je snel controleren wat je nog weet? Bekijk dan het voorkennisfilmpje of maak de voorkennistoets.

Slide 2 - Slide

1) Over welk type voortplanting gaat de zin?
a) Twee geslachtscellen versmelten.
A
Geslachtelijke
B
Ongeslachtelijke
C
Beide

Slide 3 - Quiz

1) Over welk type voortplanting gaat de zin?
b) Er vindt bevruchting plaats.
A
Geslachtelijke
B
Ongeslachtelijke
C
Beide

Slide 4 - Quiz

1) Over welk type voortplanting gaat de zin?
c) De nakomelingen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders.
A
Geslachtelijke
B
Ongeslachtelijke
C
Beide

Slide 5 - Quiz

1) Over welk type voortplanting gaat de zin?
d) De nakomelingen hebben verschillende erfelijke eigenschappen.
A
Geslachtelijke
B
Ongeslachtelijke
C
Beide

Slide 6 - Quiz

1 Je kunt de verschillen uitleggen tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Bevruchte eicel
Zaadcel
Chromosoom
Bevruchting
Celkern

1
2
3
4
5

Slide 8 - Drag question

2 Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

1 In deze cel komen de chromosomen enkelvoudig voor (12 letters).

Slide 10 - Open question

2 Mannelijk geslachtschromosoom (1 letter).

Slide 11 - Open question

3 Lange dunne ‘draden’ in de celkern (11 letters).

Slide 12 - Open question

4 Stof die de informatie bevat voor erfelijke eigenschappen (3 letters).

Slide 13 - Open question

5 De stukjes DNA die samen de erfelijke informatie bevatten voor een erfelijke eigenschap (3 letters).

Slide 14 - Open question

6 De informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme (8 letters).

Slide 15 - Open question

7 Alle eigenschappen van een organisme, zoals het uiterlijk (8 letters).

Slide 16 - Open question

3 Je kunt uitleggen wat genotype en fenotype zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

1 Een andere naam voor de gewone celdeling is .
A
Meiose
B
Mitose

Slide 18 - Quiz

Een andere naam voor de reductiedeling is
A
Meiose
B
Mitose

Slide 19 - Quiz

2 Bij de reductiedeling worden.......... gevormd.

A
geslachtscellen
B
lichaamscellen

Slide 20 - Quiz

Bij de gewone celdeling worden........ gevormd.
A
geslachtscellen
B
lichaamscellen

Slide 21 - Quiz

3 In de dochtercellen komen de chromosomen in paren voor.
A
gewone celdeling
B
reductiedeling

Slide 22 - Quiz

4 Eerst gaan de chromosomen van elk paar uit elkaar en daarna de DNA-ketens van elk chromosoom.
A
gewone celdeling
B
reductiedeling

Slide 23 - Quiz

5 Het doel van deze celdeling is de vorming van nieuwe cellen voor groei, vervanging en herstel.
A
gewone celdeling
B
reductiedeling

Slide 24 - Quiz

4 Je kunt de verschillen benoemen tussen mitose en meiose.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

aWelke gemeenschappelijke voorouder leefde het kortst geleden?
de voorouder van de:
A
lynx en de huiskat
B
Bengaalse kat en de huiskat

Slide 26 - Quiz

bWelke katachtige is het meest verwant aan de huiskat? En welke het minst?
1 Het meest verwant aan de huiskat is de
A
Bengaalse kat
B
lynx
C
poema

Slide 27 - Quiz

bWelke katachtige is het meest verwant aan de huiskat? En welke het minst?
2 Het minst verwant aan de huiskat is de
A
Bengaalse kat
B
lynx
C
poema

Slide 28 - Quiz

c. Hoe meer het DNA van twee soorten overeenkomt, hoe ..................geleden hun gemeenschappelijke voorouder leefde.
A
korter
B
langer

Slide 29 - Quiz

d Van welke katachtige komt het DNA het meest overeen met dat van de lynx?
A
Bengaalse kat
B
lynx
C
poema

Slide 30 - Quiz

5 Je kunt benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll