§2.2 Heb je geld genoeg?

Paragraaf 2.2
Heb je geld genoeg?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.2
Heb je geld genoeg?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Terugblik § 2.1 (5 min.)
  • Uitleg § 2.2 (15 min.)
  • Zelfstandig aan het werk (20 min.): 21 - 28 maken.
  • Afsluiting (5 min.)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik § 2.1
Sparen of beleggen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Welke drie spaarmotieven zijn er?

Slide 5 - Slide

Welke twee spaarvormen zijn er?

Slide 6 - Slide

Noem twee vormen van beleggingen. 
Paragraaf 2.2
Heb je geld genoeg?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt leenmotieven noemen.

  • Je kunt de kosten van een lening noemen.

  • Je kunt uitleggen dat er beperkingen en voorwaarden zijn bij lenen.

  • Je kunt verschillende vormen van consumptief krediet noemen en de kosten berekenen. 

  • Je kunt verschillende hypotheekvormen noemen. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waarom zou je geld lenen?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Wat betaal je naast de aflossing nog meer aan de bank?

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Je leent € 4.500 en betaalt terug in maandelijkse termijnen van € 110. Je looptijd is 4 jaar.

Wat zijn je kredietkosten?

Slide 13 - Open question

12 x 4 = 48 maanden

(48 x € 110) - € 4.500 = € 780

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Terugblik § 2.1 (5 min.)
  • Uitleg § 2.2 (15 min.)
  • Zelfstandig aan het werk (20 min.): 21 - 28 maken.
  • Afsluiting (5 min.)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Maken deze les:
  • HAVO: opdracht 19, 20 en 21 (blz. 42)
  • VWO: opdracht 18 en rekenopdracht 9 (blz. 62)

Maken volgende les:
HAVO en VWO: opdracht 26, 27, 28, 30 en 31



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de website van de Rabobank.

Laat met een berekening zien dat, als je
€ 5.000 leent, de kredietkosten € 1.123 zijn.

Slide 20 - Open question

12 x 4 = 48 maanden

(48 x € 110) - € 4.500 = € 780