Taalkunde grammatica (1)

Les 1: ontleden

1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 1: ontleden

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
Wat zijn werkwoorden? 
Ontleden van Carnavals-zinnen die jullie o.a. ZELF gemaakt hebben;
- Persoonsvorm (pv);
-Onderwerp (ow);
-Zinsdelen.

Slide 2 - Slide

Wat kun jij het makkelijkst vinden in een zin?
A
Persoonsvorm
B
Zinsdelen
C
Onderwerp
D
Alle drie

Slide 3 - Quiz

Welke werkwoorden heb
jij gehoord in het verhaal?

Slide 4 - Mind map

Regels van ontleden
Zo herken je een werkwoord:
- een ww zegt wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt.
- je herkent een ww doordat je het kunt vervoegen.
Zo vind je de persoonsvorm:
- de tijdproef (zet de zin in een andere tijd);
- de vraagproef (maak van de zin een vraag met dezelfde woorden).
Zo vind je zinsdelen;
- zinsdelen zijn een groepje woorden die je samen voor de persoonsvorm kunt zetten;
- voor de persoonsvorm staat maar 1 zinsdeel.
Zo vind je het onderwerp:
- onderstreep de pv;
- doe de zinsdeelproef;
- vraag wie/wat+pv;
- het antwoord is het ow.

Slide 5 - Slide

Oefenen
Tijdens Carnaval loopt juf Linda voorop in de polonaise. 

Ik draag tijdens Carnaval mijn jasje van de dansgarde. 

Slide 6 - Slide

Oefenen met jullie eigen zinnen!
Zin afkomstig uit les 1.

Zin afkomstig uit les 1.

Slide 7 - Slide

Werkblad maken in tweetallen.

Slide 8 - Slide

Bespreken werkblad

Slide 9 - Slide

Afronding les
- Doelen behaald?
- Komende les grammaticaspel. 

Slide 10 - Slide