VK week 1 les 1

VK week 1 les 1
Boek: 
PWB basisboek

Hoofdstuk 7 (bladzijde 133)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DidactiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VK week 1 les 1
Boek: 
PWB basisboek

Hoofdstuk 7 (bladzijde 133)

Slide 1 - Slide

Wat versta je onder een "veilig pedagogisch klimaat"?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Opdracht
- Je krijgt in tweetallen een vaardigheid toegewezen. Deze staan in het boek toegelicht. Zoek eventueel extra info op.
- Zorg dat je het begrip kunt toelichten aan de rest van de groep.
- Geef een voorbeeld vanuit de praktijk om dit begrip toe te lichten.

Slide 4 - Slide

Vaardigheden
Inleven - Aansluiten bij de belevingswereld - Respect - Open en eerlijk - Aandacht - Vriendelijkheid - Betrokkenheid - Enthousiasme - Inspiratie - Band opbouwen - Ruimte geven voor zelfstandigheid































Slide 5 - Slide

Opdracht 2
- Je krijgt per groep een scenario waarbinnen verschillende pedagogische vaardigheden ingezet kunnen worden. 
- Bedenk samen welke 3 vaardigheden je zou inzetten voor de casus.































Slide 6 - Slide

Scenario 1
Situatie: Een kind in groep 3 komt verdrietig naar school omdat zijn ouders de avond ervoor ruzie hebben gehad. Het kind trekt zich terug en wil niet deelnemen aan de groepsactiviteiten.

 
• Vaardigheden:
o Inleven: Je herkent dat het kind emotioneel is en vraagt op een zachte toon wat er aan de hand is.
o Respect: Je respecteert het feit dat het kind misschien niet direct wil praten en biedt aan om er later samen over te praten.
o Band Opbouwen: Door begrip te tonen en het kind te laten weten dat je er voor hem/haar bent, werk je aan het versterken van de vertrouwensband.

Slide 7 - Slide

Scenario 2
Situatie: Een kleuter is vol enthousiasme over een nieuwe dinosaurusfiguur die hij heeft meegenomen naar school. Hij wil er alles over vertellen, maar je hebt net de kinderen verzameld voor een andere activiteit.
• Vaardigheden:
o Aansluiten bij de Belevingswereld: Je luistert aandachtig naar het verhaal van het kind over de dinosaurus, begrijpt dat dit momenteel belangrijk is voor hem, en gebruikt het als een kans om hem te betrekken bij de groep.
o Aandacht: Je geeft het kind je volledige aandacht, laat zien dat zijn verhaal belangrijk voor je is en complimenteert hem over zijn kennis.
o Enthousiasme: Je deelt zijn enthousiasme en stelt vragen om zijn interesse te verdiepen, wat hem stimuleert om verder te vertellen en te leren.

Slide 8 - Slide

Scenario 3
Situatie: Een kind in groep 4 heeft moeite met het maken van een rekensom en begint gefrustreerd te raken. Het kind zegt dat hij “dom” is en het nooit zal begrijpen.
• Vaardigheden:
o Open en Eerlijk: Je zegt tegen het kind dat het normaal is om sommige dingen moeilijk te vinden en dat zelfs volwassenen soms fouten maken. Je erkent zijn gevoelens zonder ze te bagatelliseren.
o Vriendelijkheid: Je benadert het kind met een warme en geruststellende toon, biedt hulp aan maar zonder het over te nemen.
o Ruimte Geven voor Zelfstandigheid: Je moedigt het kind aan om het opnieuw te proberen en prijst zijn inspanning, waardoor het kind vertrouwen opbouwt om zelf door te zetten.


Slide 9 - Slide

Scenario 4
Situatie: Een kind in groep 5 wil een project doen over een onderwerp dat hij erg interessant vindt, zoals ruimtevaart, maar het past niet binnen het geplande thema van de les.
• Vaardigheden:
o Betrokkenheid: Je toont oprechte interesse in zijn idee en vraagt waarom hij juist dit onderwerp zo fascinerend vindt.
o Inspiratie: Je moedigt het kind aan om zijn project buiten schooltijd of als een extra opdracht te doen, en biedt aan om materialen of bronnen aan te reiken die hem kunnen helpen.
o Respect: Je waardeert en erkent het enthousiasme van het kind en zoekt samen naar een manier om zijn interesse te combineren met het huidige lesplan.



Slide 10 - Slide

Scenario 5
Situatie: Een kind in groep 2 is nieuw in de klas en heeft moeite om contact te maken met de andere kinderen. Het kind speelt vaak alleen en kijkt hoe anderen spelen zonder mee te doen.
• Vaardigheden:
o Aandacht: Je merkt op dat het kind zich afzondert en neemt even de tijd om alleen met hem/haar te praten, zonder dat er afleidingen zijn.
o Vriendelijkheid: Je introduceert het kind aan een paar anderen met vriendelijke woorden en stelt voor om samen een spel te spelen waarin het nieuwe kind makkelijk kan meedoen.
o Band Opbouwen: Door regelmatig te checken hoe het kind zich voelt en kleine succeservaringen te creëren, help je het kind om zich veilig en welkom te voelen in de nieuwe omgeving.



Slide 11 - Slide

Huiswerk volgende les:
- Lees hoofdstuk 7 door
- Maak blz. 150 (samenvatting en begrippen)

Slide 12 - Slide