Leesvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Log in in LessonUp

          Welkom B3

Agenda voor vandaag

1. Bespreken lesdoelen
2. Herhaling leesstrategieën 
3. Klassikaal leestekst met vragen behandelen
4. Samenvatting maken
5. Lesafsluiting

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• ken je de betekenis van deze woorden:
  (R)

• kun je herkennen welke leesstrategie wanneer ingezet wordt bij het klassikaal lezen van een tekst. (T1)

• kun je uitleggen waarom je een bepaalde leesstrategie inzet tijdens het lezen van een tekst. (T2)

• kun je zelfstandig de leesstrategieën inzetten bij het lezen van een tekst en daarna van die tekst een samenvatting maken. (I)

1. zich als een olievlek verspreiden
2. in kwestie
3. de stille wake
4. grimmig
5. plunderen
6. de diversiteit
7. netwerken
8. een gevoelige snaar raken
9. in een modern jasje steken
10. de steekproef

Leesstrategieën

1. oriënterend lezen
2. globaal lezen
3. zoekend lezen
4. intensief lezen
5. Kritisch lezen
6. Studerend lezen

1. Duidelijk een kranten artikel

2. Over de (wijk)agent die er niet is en problemen (titel en tussenkopjes)

OL

De geïnterviewde wijkagent heeft geen tijd meer voor zijn eigen wijk. Agenten vinden dat jammer en er is al lang veel discussie over in de politiek. De oplossingen die zijn bedacht vinden de wijkagenten niet goed.

GL

Als je vragen over de tekst moet beantwoorden ga je zoekend lezen.

ZL

Als je het intressant vindt en meer/verder wil lezen ga je intensief lezen.

IL

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?

Situatie 1: 

Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 

Situatie 2: 

Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.

Situatie 3: 

Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.

Situatie 4:

Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.

Orienterend lezen

Globaal lezen

Intensief lezen

Zoekend lezen

Kritisch lezen

Studerend lezen

Wat weet je over
black lives matter?

Als we kijken naar de titel, de tussenkopjes, de bron en de afbeelding, waar verwacht je dan dat deze tekst over gaat.

Wat voor tekstsoort is dit denk je?

1. Amuserende tekst
2. Overtuigende tekst
3. Informatieve tekst
4. Activerende tekst

Informatieve teksten (een nieuwsbericht, de tekst in een encyclopedie): hierin staan vooral feiten. Een onderwerp wordt in een informatieve tekst van alle kanten belicht, en de schrijver neemt geen standpunt in.

Nu we de inleiding hebben gelezen, waar verwacht je dan dat het artikel vooral over gaat?

Nu we de tekst globaal hebben gelezen, wat weten we dan over de tekst? (welke stukjes vallen op, wat is de grote lijn)

Als we het slot lezen wat voor tekstsoort is het dan denk je?

1. Amuserende tekst
2. Overtuigende tekst
3. Informatieve tekst
4. Activerende tekst

Deels activerend, de laatste zin is een duidelijke oproep.

We gaan nu de tekst intensief lezen en er vervolgens vragen over beantwoorden (dan moeten we zoekend lezen).

Wat gebeurde er twee weken geleden in Minneapolis?

Wat gebeurde er na de dood van George Floyd?

Wat wordt er in dit stukje gezegd over de protesten in de VS? Noem ten minste vier dingen.

Waarom werd er in veel Amerikaanse steden een avondklok ingesteld?

Welke maatregelen werden genomen om de demonstraties in Nederlandse steden corona-proof te laten verlopen? En waarom was dit nodig?

Wat viel Mitchell Esajas op?

Welke verklaring geeft Jacqueline van Stekelenburg over het feit dat veel jongeren aan de demonstraties meededen?

Vind jij dat de laatste alinea(s) echt een slot?

1. Ja, het is een conclusie van een probleem die in de rest van de tekst beschreven wordt.
2. Ja, er wordt duidelijk een afgesloten met een oproep op basis van de rest van de tekst.
3. Nee, de laatste alinea gaat over iets anders dan de rest van de tekst.
4. Nee, een nieuwsbericht heeft vaak geen echte slot.

Waaruit blijkt dat er in Nederland ook racisme en discriminatie is?

Wat kun je zelf tegen discriminatie doen?

Maak de vragen bij de tekst voordat je de samenvatting gaat maken!

Voor je een samenvatting maakt moet je de volgende vragen beantwoorden:
1. Wat valt je op over de inhoud van de tekst?
2. Wat valt je op over de opbouw en samenhang van de tekst?
3. Wat valt je op over de tekstsoort?

Samenvatting maken

1. Je gaat nu een samenvatting maken van de tekst. Weet je nog hoe je een samenvatting moet maken? Lees eerst de uitleg.
   
   
   
   
   
   
   
2. Schrijf nu de samenvatting op papier of in Word. Maak een korte tekst van maximaal 200 woorden over de wereldwijde demonstraties tegen racisme en discriminatie. Je levert de samenvatting in als huiswerk. 

Een samenvatting maak je zo:

• Schrijf in een of twee zinnen de belangrijkste informatie per tekstdeel op.
  
• Kijk hiervoor naar wat je in de tekst onderstreept hebt, je aantekeningen en je antwoorden op de sleutelvragen. Selecteer de belangrijkste informatie.
  
• Lees alle zinnen achter elkaar door. Is het één goedlopend verhaal? Zo niet, pas je tekst dan aan. Let op het verbinden van zinnen met signaalwoorden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Huiswerk

• Lever je de gemaakte vragen en de samenvatting in via de ELO
  (of je Word-bestand of een foto van je geschreven tekst)
• Deadline = donderdag 17.00