This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Leesstrategieën
Nederlands
Slide 1 - Slide
Na deze les:
Kun je de verschillende leesstrategieën opnoemen
Kun je herkennen welke leesstrategie wanneer ingezet wordt bij het lezen van een tekst
Slide 2 - Slide
Maar eerst:
Pak je laptop
Ga naar itslearning
Kijk bij bronnen en klik op de laatste link
Log in met je schoolaccount
Klik opnieuw op de link
Kies het juiste boek
Slide 3 - Slide
Korte herhaling
Welke tekstdoelen kennen jullie nog?
Welke tekstsoorten horen daarbij?
Slide 4 - Slide
Je krijgt een brief van school met een belangrijke mededeling. Hoe lees jij deze brief?
A
Ik lees de hele brief drie keer en markeer belangrijke gedeeltes
B
Ik lees de brief één keer aandachtig
C
Ik lees alleen de gedeeltes die over de onderbouw gaan
D
Brief van school...?
Slide 5 - Quiz
Je moet leren voor een toets. Hoe lees je een paragraaf?
A
Ik bekijk alleen titel, tussenkopjes, plaatjes
B
Ik lees alleen de tekst rondom de dikgedrukte begrippen
C
Ik lees de tekst één keer en markeer belangrijke zinnen
D
Ik lees de tekst vier keer helemaal door
Slide 6 - Quiz
Je krijgt een valentijnskaart met een tekst erop. Hoe lees je dit?
A
Ik kijk alleen van wie de kaart is
B
Ik kijk het even gauw door
C
Ik lees de tekst aandachtig
D
Ik lees de tekst een keer snel en daarna drie keer opnieuw
Slide 7 - Quiz
Leesstrategieën
Uit voorgaande vragen blijkt: niet elke tekst lees je op dezelfde manier. Je manier van lezen is afhankelijk van:
-Wat voor soort tekst is het?
-Wat wil je met de tekst?
Slide 8 - Slide
Globaal lezen
Doel: weten waar de tekst over gaat.
titel
eerste- en laatste alinea
tussenkopjes
eerste zin van alinea's
afbeeldingen
Slide 9 - Slide
Zoekend lezen
Doel: zoeken naar antwoorden.
Bedenkt trefwoorden en zoek daarmee:
op internet
in de catalogus van een bibliotheek
inhoudsopgave van een boek
kopjes in een artikel
vetgedrukte begrippen in een artikel
Slide 10 - Slide
Intensief lezen
Doel: een tekst goed begrijpen.
Hoe? --> tekst helemaal doorlezen
Voorbeeld --> roman of handleiding
Slide 11 - Slide
Lerend lezen
Doel: belangrijke informatie onthouden
tekst eerst globaal lezen --> hoofdgedachte achterhalen
tekst daarna intensief lezen --> details en begrippen begrijpen
tekst samenvatten of begrippen markeren
Slide 12 - Slide
Kritisch lezen
Doel: bedenken wat het doel van de schrijver is
controleren of klopt wat de schrijver zegt
bron bekijken
Slide 13 - Slide
Quiz leesstrategieën
Slide 14 - Slide
Je hebt een geschikte bron gevonden voor je verslag, en je zoekt nu naar jouw specifieke onderwerp. Welke leesstrategie?
A
Intensief lezen
B
Globaal lezen
Slide 15 - Quiz
Je zoekt een geschikte bron voor een verslag via Google. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
Slide 16 - Quiz
Je hebt bepaald dat je bron geschikt is voor je verslag. Hoe ga je vervolgens de tekst lezen?
A
Lerend lezen
B
Globlaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen
Slide 17 - Quiz
Onderwerp: 'indianen'. Je leest een petitie voor schadevergoeding voor de indianen. Hoe lees je dit?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen
Slide 18 - Quiz
Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1:
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is.
Situatie 2:
Voor Nederlands moet je een verslag shrijven over klimaatverandering. Je hebt op internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3:
Je hebt morgen een toets over werkwoordspelling. Je leest de theorie in je (online) boek.
Situatie 4:
Je leest een ingezonden brief in de krant over corona. De arts die de brief heeft geschreven, heeft de reputatie een virusontkenner te zijn.