Thema 6 Erfelijkheid&evolutie Basistof 1

Thema 6 Erfelijkheid & Evolutie
Basisstof 1 Je uiterlijk
Basisstof 2 Erfelijke eigenschappen
Basisstof 3 Geslachtelijke voortplanting
Basisstof 4 De evolutietheorie
Basisstof 5 De geschiedenis van het leven
Basisstof 6 Biotechnologie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 6 Erfelijkheid & Evolutie
Basisstof 1 Je uiterlijk
Basisstof 2 Erfelijke eigenschappen
Basisstof 3 Geslachtelijke voortplanting
Basisstof 4 De evolutietheorie
Basisstof 5 De geschiedenis van het leven
Basisstof 6 Biotechnologie

Slide 1 - Slide

Basisstof 1 
Bedankt voor jullie stambomen! Jullie hebben twee erfelijke eigenschappen in je familie bekeken. 
Deze week beginnen we met Thema 6 Basisstof 1 "Je uiterlijk", dat gaat over erfelijke eigenschappen.

Slide 2 - Slide

In de eerste klas heb je met de microscoop naar je eigen cellen gekeken. Waar kwamen die vandaan?
A
Tussen je tenen
B
Uit een beetje oorsmeer
C
Aan de binnenkant van je wang
D
Van een velletje van je vinger

Slide 3 - Quiz

Belangrijke woorden

Chromosomen
DNA
Genotype
Fenotype
Milieu
DNA-test

Slide 4 - Slide

Cellen
Een mens is opgebouwd uit cellen. In de eerste klas heb je gekeken naar je eigen wangcellen onder de microscoop. 
Cellen bevatten een celkern (dat stipje in de wangcel).

Slide 5 - Slide

Celkern
De celkern in het regelcentrum van de cel. In de celkern zitten namelijk de chromosomen. 
Chromosomen zijn lange dunne draden, die als een wirwar door elkaar heen liggen. De donkerpaarse draden in de afbeelding links. 

Bekijk nu het filmpje.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Chromosomen
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.
DNA is een stof waarin de informatie voor je erfelijke eigenschappen ligt. 

Slide 8 - Slide

DNA
Het DNA in één celkern bevat de complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen. 
Ieder mens heeft zijn unieke DNA, in de volgende slides zie je hoe dat komt (een klein stukje voortplantingsles).

Slide 9 - Slide

Bevruchting
Tijdens de sex komt de penis in de vagina(1). Sperma met zaadcellen zal de baarmoedermond (2) in gaan zwemmen en naar de eileiders (3) gaan. Als er een eicel uit de eierstok (4) vrij is gekomen, kan die bevrucht worden.

Slide 10 - Slide

Bevruchting
Tijdens de bevruchting zal de kop van de zaadcel versmelten met de eicel, daarna zal de cel zich gaan delen en het klompje cellen nestelt zich in de baarmoeder in.

Slide 11 - Slide

Bevruchting
Zoals je in het filmpje kon zien, heeft elke lichaamscel 46 chromosomen.

Een eicel van jouw moeder en een zaadcel van jouw vader hebben 23 chromosomen, samen wordt dat weer 46 chromosomen.
 
Bekijk de afbeelding links.

Slide 12 - Slide

Genotype
Veel erfelijke eigenschappen heb je geërfd van je ouders.

De informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme noem je het genotype.

Slide 13 - Slide

Samenvattend: De informatie in je DNA noem je het genotype

Slide 14 - Slide

Uiterlijk
Toen ik 3 jaar was, ben ik gevallen met mijn driewieler, waardoor ik nu dit litteken op mijn kin heb. Mijn haar verf ik al erg lang wat lichter en soms wat donkerder dan mijn eigen haarkleur, ik steil het ook vaak met de stijltang want ik heb iets tussen steil haar en krullen in. 
Ik draag een bril maar ook lenzen. Ook heb ik verschillende tattoeages laten zetten (en ben ik een beetje verbrand in de zon afgelopen weekend :) )

Slide 15 - Slide

Fenotype
Alle waarneembare eigenschappen bij elkaar noem je het fenotype.
Het wordt bepaald door je DNA (genotype) maar ook door invloeden uit het milieu (je leefomgeving).

Slide 16 - Slide

Fenotype
Als mijn haar verder groeit komt mijn eigen haarkleur weer tevoorschijn en in de winter verlies ik die bruine kleur weer, oftewel mijn fenotype is veranderd, mijn genotype niet!

Slide 17 - Slide

DNA test

Slide 18 - Slide

DNA-test
Mensen die een kindje verwachten, kunnen een DNA-test doen om te bekijken of het kindje een erfelijke afwijking heeft. 

Zij kunnen er dan voor kiezen om de zwangerschap af te breken.
In de afbeelding zie je de chromosomen van een kindje met Down syndroom, deze mensen hebben een chromosoom van paar nummer 21 te veel (3 iv 2, zie de rode cirkel om deze chromosomen).

Slide 19 - Slide

DNA-test
Een DNA-test kan ook gebruikt worden om te bekijken of er erfelijke ziekten in de familie zitten, of te kijken wie de ouders zijn van een kind of andere familieleden opsporen. 
Ten slotte kunnen ook misdaden met behulp van DNA worden opgelost.

Slide 20 - Slide

Sleepvraag
In de volgende slide zie je twaalf waarneembare eigenschappen staan. 
Sleep die eigenschappen naar de juiste term: "erfelijke eigenschappen" en "niet-erfelijke eigenschappen"

Slide 21 - Slide

Erfelijke eigenschappen
Niet-erfelijke eigenschappen
Behaarde stengel van een plant
Plantenbladeren die slap hangen
Plantenbladeren met stekels
Een wipneus
Het zware lichaam van een sumoworstelaar
Kort haar
Bruine ogen
Krullend haar vanaf de geborte
Een extreem gespierd lichaam
Een litteken
Neus piercing
Rode bloemen van een plant

Slide 22 - Drag question

Huiswerk
Lees Thema 6 Bassistof 1 (bladzijde 66, 67, 68) door. 

Maak de opdrachten:
- In je werkboek en mail een foto
- In de ELO van Biologie&Verzorging voor jou, code K2a: 528112 en K2d: 793210. Via Magister kun je hier komen, mocht je dit nog niet eerder gebruikt hebben.

Slide 23 - Slide

Tot slot
Bekijk ten slotte de video in de volgende slide, over erfelijkheid. 

Op de laatste twee slides staat de samenvatting van deze basisstof.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Samenvatting
Chromosomen zijn lange dunne draden in elke celkern.
- Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA.
- Dna bevat de informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme.
- Elke celkern bevat de complete informatie voor alle erfelijke eigenschappen.

Slide 26 - Slide

Samenvatting
- Genotype: De informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme.
     -->Deze informatie ligt in de chromosomen in de kern van elke                   
lichaamscel.
- Fenotype: De waarneembare eigenschappen van een organisme, bijvoorbeeld het uiterlijk.
    --> Het fenotype komt tot stand door het genotype en door invloeden uit het milieu 

Slide 27 - Slide