Dag 3 - T9 - Uiterlijk - Roze

Woordenschat
Thema 9:  Uiterlijk - DAG 3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Thema 9:  Uiterlijk - DAG 3

Slide 1 - Slide

woorden van vandaag
  1. de enkel
  2. fotoshoppen
  3. geel (gele)
  4. het gezicht
  5. groen(e)
  6. het haar
  7. de haarkleur
  8. de hand

Slide 2 - Slide

de enkel (znw)
  • deel van je been vlak boven je voet
  • bot met spieren

  • de enkel - de enkels

  • zin: De enkel van de jongen is dik en blauw. Hij heeft veel pijn. 
13

Slide 3 - Slide

fotoshoppen (ww)
  • foto's veranderen op de computer 
    TT - ik fotoshop, jij fotoshopt
  • wij fotoshoppen
  • VT - ik fotoshopte, wij fotoshopten
  • VTT - ik heb gefotoshopt

  • zin: Ik fotoshop mijn selfie altijd.
14

Slide 4 - Slide

geel - gele (bnw)
  • lichte kleur
  • kleur van citroen 

  • zin: Een banaan is geel.
  • zin: Ik hou van gele bloemen.
15

Slide 5 - Slide

het gezicht (znw)
  • voorkant van je gezicht
  • met neus, mond, ogen 

  • het gezicht - de gezichten

  • zin: Zij heeft een blij gezicht.
  • zin: Haar gezicht staat verdrietig.
16

Slide 6 - Slide

groen(e) (bnw)
  • kleur van gras 

  • zin: De bomen worden weer groen.
  • zin: Ik heb vandaag een groene broek aan.
17

Slide 7 - Slide

het haar (znw)
  • dunne draden op je lichaam
  • op je hoofd, armen, benen
  • dieren

  • het haar - de haren 

  • zin: Hij gaat naar de kapper om zijn haar kort te laten knippen.
18

Slide 8 - Slide

(extra) de haarkleur (znw)
  • de haarkleur - de haarkleuren

  • verschillende haarkleuren:
  • grijs
  • blond
  • rood
  • bruin
  • zwart

Slide 9 - Slide

(extra)de hand (znw)
  • deel van je lichaam
  • einde van je arm
  • vijf vingers 
  • 'high five'

  • de hand - de handen

  • zin: Ik geef jou een hand.

Slide 10 - Slide

(extra)de hand (znw)
  • Van links naar rechts:
  • de duim - de duimen
  • de wijsvinger - de wijsvingers
  • de middelvinger - de middelvingers
  • de ringvinger - de ringvingers
  • de pink - de pinken

Slide 11 - Slide

Ik kan niet goed lopen.
Mijn .... doet veel pijn.
9
A
enkhel
B
enkel
C
duim
D
teen

Slide 12 - Quiz

Hij maakt zijn lichaam heel mooi op
de foto.

14
A
liegen
B
fotoshoppen
C
fotosjoppen
D
uiterlijk

Slide 13 - Quiz

Welke kleur is dit?
15
A
geen
B
geel
C
groen
D
gel

Slide 14 - Quiz


Mijn hoofd
heeft een ...
4
A
mont.
B
gezicht.
C
nues.
D
hand.

Slide 15 - Quiz

4
timer
1:00
Wat is er groen?

Slide 16 - Mind map

Wat is goed?
4
A
Zij haar is lang.
B
Mij haar is kort.
C
Zij haar is kort.
D
Haar haar is lang.

Slide 17 - Quiz

Wat is de kleur van jouw haar?

Slide 18 - Open question

Wat is de kleur van het haar van jouw docent?

Slide 19 - Open question

Je hebt vier vingers. Hoe noemen wij deze vingers?

Slide 20 - Open question