1 De papegaai kreeg applaus toen hij ‘Lorre’ zei.
2 In de volgende alinea wordt uitgelegd hoe het experiment werkt.
3 We reden continu vijftig in de bebouwde kom.
4 Op de parallelweg reed een motorvoertuig.
5 Eet liever een mandarijn in plaats van altijd maar weer kauwgom.
7 Het is niet altijd ideaal dat je zo nieuwsgierig bent.
8 Het is onwaarschijnlijk dat ik mijn etui op school heb laten liggen.
9 Kun jij je nog herinneren welke souvenirs we hebben meegenomen vorig jaar?
10 Voor elke categorie maak je een aparte kolom in je schrift.