ONO Blok 3 Spelling

Welkom!
  1. Pak je spullen (iPad schrift, en etui).
  2. Log in bij lessonup.app
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
  1. Pak je spullen (iPad schrift, en etui).
  2. Log in bij lessonup.app

Slide 1 - Slide

Terugblik
1. Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Wij hebben vandaag geen Engels gehad.

Slide 3 - Open question

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Alle leerlingen werden na schooltijd in de kantine verwacht.

Slide 4 - Open question

Zou jij wel eens in een film willen …?
A
spelen
B
speelen
C
spellen

Slide 5 - Quiz

Dan moet je wel goed kunnen ….
A
acteren
B
acteeren
C
acterren

Slide 6 - Quiz

Het is handig als je eerst een ….opleiding volgt.
A
tooneel
B
toneel
C
toonel
D
tonneel

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen:
  • Ik weet wanneer ik een enkele of dubbele klinker/medeklinker moet schrijven.
  • Ik weet hoe ik woorden met i/ie moet schrijven.

Slide 8 - Slide

Instructie
Hoor je een...
  1. lange klank aan eind klankgroep > laat een klinker weg
  2. korte klank aan eind van een klankgroep > medeklinker erbij

Slide 9 - Slide

Instructie
Kat = korte klank

Korte klank = medeklinker erbij

DUS:
1 kat
2 katten

Slide 10 - Slide

Instructie
aap = lange klank

lange klank = klinker weg

DUS:
1 aap
2 apen

Slide 11 - Slide

Vul het meervoud in:

1 aap, 2...
A
aapen
B
apen

Slide 12 - Quiz

Vul het meervoud in:

1 boot, 2...
A
booten
B
boten

Slide 13 - Quiz

Vul het meervoud in:

1 boterham, 2...
A
boterhammen
B
boterhamen

Slide 14 - Quiz

Vul het meervoud in:

1 boomstam, 2....
A
boomstamen
B
boomstammen

Slide 15 - Quiz

Vul het meervoud in:

1 portret, 2...
A
portreten
B
boomstammen

Slide 16 - Quiz

Wat is het meervoud van dit woord?

zaterdag
A
zaterdagen
B
zaterdaggen

Slide 17 - Quiz

Wat is het meervoud van dit woord?

verschil
A
verschilen
B
verschillen

Slide 18 - Quiz

Wat is het meervoud van dit woord?

herken
A
herkennen
B
herkenen

Slide 19 - Quiz

Wat is het meervoud van dit woord?

droom
A
dromen
B
drommen

Slide 20 - Quiz

Instructie
De spelling van woorden met i of ie moet je gewoon uit je hoofd leren!

Slide 21 - Slide

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 107, opdr. 16, 17, 18
  • Zilver: blz. 107, opdr. 16, 17, 18
  • Goud: blz. 107, opdr. 17, 18

Klaar? 
  • Kijk je werk na en streep de opdrachten af op je takenkaart.
  • Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen. 
  • Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.
timer
45:00

Slide 22 - Slide

Noem 3 woorden met een lange klank.

Slide 23 - Open question

Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B3 Spelling.

Slide 24 - Slide