This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Par. 3: Voortplantingsorganen van de vrouw
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de delen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel benoemen;
Je weet welke functie en kenmerken de delen hebben.
Slide 2 - Slide
0
Slide 3 - Video
Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik
Voortplantingsstelsel van de vrouw.
De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
eisprong (ovulatie): wanneer de rijpe eicel vrijkomt uit de eierstok
Slide 6 - Slide
eisprong (ovulatie)
• Elke 4 weken
• 1 eicel per keer
• Om en om uit beide eierstokken
• Eicel kan niet bewegen
• Eicel leeft maar 12-24 uur
Veel reservevoedsel
Slide 7 - Slide
Uitwendige geslachtsorganen
Slide 8 - Slide
Uitwendige geslachtsorganen
• Vagina: erg rekbaar, niet zo gevoelig
• Clitoris: erg gevoelig voor aanraking
• Kleine schaamlippen: produceren slijm
• Grote schaamlippen: vaak kleiner dan de kleine schaamlippen • Urinebuis: mondt niet uit in de vagina!
Slide 9 - Slide
Maagdenvlies
Het maagdenvlies is een randje weefsel dat aan het begin van de vagina zit.
Wanneer er een randje aanwezig is kan dit een verschillende vorm hebben. Het is dus geen dicht vlies wat de vagina afsluit.
Slide 10 - Slide
bevruchting
Bevruchting
Slide 11 - Slide
Bevruchting
In de eileider versmelt de kern van de mannelijke geslachtscel (de zaadcel) met de kern van een vrouwelijke geslachtscel (eicel).
De kop van de zaadcel dringt de eicel binnen. Als dat is gebeurd, wordt de buitenste laag van de eicel ondoordringbaar.
Andere zaadcellen kunnen de eicel niet meer binnendringen.
Slide 12 - Slide
Innesteling
De bevruchte eicel deelt zich meteen een aantal keren.
Dit gebeurt in de eileider. Het klompje cellen wordt door de eileider naar de baarmoeder vervoerd.
De baarmoeder heeft op dat moment een dikke laag slijmvlies aan de binnenkant. Het slijmvlies bevat veel bloedvaten.
Het klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies, dat noem je innesteling. Als dit gebeurt, is de vrouw zwanger.
Slide 13 - Slide
bevruchting
Bevruchting en innesteling
Je kunt het verhaal vanaf de eisprong t/m de innesteling vertellen
Slide 14 - Slide
Vruchtbare periode
Na de ovulatie blijft een onbevruchte eicel ongeveer 12 tot 24 uur leven.
Daarna sterft de eicel af in de eileider en worden de resten opgenomen in het bloed. Alleen als de eicel wordt bevrucht, kan de eicel langer in leven blijven. Zaadcellen kunnen in het lichaam van de vrouw ongeveer 3-4 dagen leven. Elke 4 weken is er daarom een periode van ongeveer 4 tot 5 dagen dat een geslachtsgemeenschap kan leiden tot bevruchting van een eicel. Dit is de vruchtbare periode. Deze duurt van ongeveer 3 dagen vóór de ovulatie tot 1 of 2 dagen na de ovulatie.
Slide 15 - Slide
'Intieme' hygiëne! Hoe?
De vagina is een zelfreinigende zone. Weinig wassen is oké. De vagina bevat nuttige beschermende bacteriën.
De vagina heeft een bepaalde zuurgraad waar de nuttige bacteriën goed werken:
Geen of matig met zeep of andere schoonmaakmiddelen wassen. Als je dit WEL doet dan verandert de zuurgraad en heb je meer kans op een schimmelinfectie, irritatie van de huid, verminderde weerstand en daardoor meer kans op SOA's.
Slide 16 - Slide
Huiswerk
Maak de opdrachten van par. 3 in het werkboek.
Slide 17 - Slide
nummer 3 is de
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider
Slide 18 - Quiz
nummer 10 speelt een rol bij
A
de innesteling
B
de bevruchting
C
het vrijkomen van een eicel
D
de opvang van urine
Slide 19 - Quiz
Nummer 5 is de
A
Vagina
B
Eierstok
C
Urineblaas
D
Eileider
Slide 20 - Quiz
Nummer 2 is de
A
Eierstok
B
Urineblaas
C
Zaadleider
D
Eileider
Slide 21 - Quiz
Als er geen bevruchting is geweest, vindt er dan een innesteling plaats?
A
ja
B
nee
C
soms wel
D
dat kun je niet weten
Slide 22 - Quiz
Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie
Slide 23 - Quiz
Het maagdenvlies is een echt vlies en sluit de vagina helemaal af
A
Juist
B
Onjuist
C
niet bij iedereen
D
dat kun je niet weten
Slide 24 - Quiz
Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling
Slide 25 - Quiz
Een orgasme kan komen door prikkeling van de eikel of clitoris
A
Juist
B
Onjuist
C
dat kan nooit
Slide 26 - Quiz
Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Vagina
Slide 27 - Quiz
Wat klopt NIET over de vagina?
A
Door de vagina wordt een kindje geboren.
B
De vagina is heel rekbaar.
C
De vagina is de plek waar ook urine door naar buiten komt.