18-10-2024

De plattegrond 
Het raam
De gang
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De plattegrond 
Het raam
De gang

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui c'est _ _ _ _ 18 o_ _ _ _ 2024

Slide 2 - Slide

Lundi dernier
Exercices vocabulaire : la famille 
Bron G : parler de sa famille 

Slide 3 - Slide

Programme
Doel vandaag 
Ken de Franse persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij enz...)
Kent het werkwoord AVOIR (tegenwoordige tijd)
Gebruikt het werkwoord AVOIR in de tegenwoordige tijd om over je familie te praten.

Slide 4 - Slide

Écoute
  • J'ai un père.
  • Tu as un père.
  • Nous avons un père.
  • Il a 2 frères.
  • Tu as 1 frère.
  • Vous avez 3 frères.
  • Elle a une soeur
  • Il a une soeur
  • Ils ont deux soeurs

Wat betekenen ze?
Je/J'
Tu
Il/Elle
Nous 
Vous
Ils/Elles

Slide 5 - Slide

Het persoonlijk voornaamwoord
  • 30.a.b Doe de oefeningen alleen en vergelijk je antwoorden met de persoon naast je. Jullie moeten tot zekerheid. 
  • 30.c Lees de "grammaire" in stilte.
P48
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Écoute en choisis. 
  • J'aime la plage.
  • Elle rigole beaucoup.
  • On reste au camping.
  • Tu parles anglais.
  • Ils habitent où?
  • On joue au badminton.

Slide 7 - Slide

AVOIR P49
Het werkwoord hebben is in het Frans avoir. 
Dit werkwoord is onregelmatig, net als in het Nederlands.

Vertaal de volgende zinnen FR>NL
Tu as un frère? 
Nous avons un chien. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Au travail!
  • Wat : Maak de oefeningen 31.c.d.e P49-50
  • Tijd : rest van de les
  • Hulp : jouw buurman en eventueel ik 
  • Klaar : Heb je geen huiswerk. 

Slide 11 - Slide