a Hieronder staan zorgtaken. Wie zou(den) deze taken moeten uitvoeren? Geef aan voor welk reguleringsmechanisme jij zou kiezen. Beargumenteer je keuze en maak duidelijk welke waarde of waarden centraal staan bij je keuze.
1 huishoudelijke hulp voor een thuiswonende oudere
2 school voor een 16-jarige havoleerling
3 dagopvang van baby’s en peuters van werkende ouders
1 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: particulier initiatief. Mensen moeten meer voor elkaar
zorgen. Ouders zorgen ook voor hun kinderen, dan kunnen kinderen ook wel voor hun
ouders zorgen. Waarde(n), bijvoorbeeld: naastenliefde, saamhorigheid
2 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: overheid. Onderwijs moet er voor iedereen zijn.
Iedereen heeft recht op goed onderwijs. Waarde(n), bijvoorbeeld: gelijkheid
3 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: particulier initiatief. Ouders zijn verantwoordelijk voor
hun kinderen. Zij moeten er dus zelf voor zorgen dat er voor de kinderen gezorgd
wordt. Waarde(n), bijvoorbeeld: naastenliefde, saamhorigheid.