This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 21 Afweer
Slide 1 - Slide
Vanaf de kiemlaag bewegen de huidcellen naar de buitenkant.
Tijdens dit proces gaan zij dood. Hoe komt dat?
A
door blootstelling aan UV-straling gaan ze dood
B
door beweging schuren ze kapot
C
ze kriijgen geen voedingsstoffen en zuurstof meer
Slide 2 - Quiz
Door een schaafwond is een deel van Jasmines opperhuid licht beschadigd. Welke van de genoemde problemen is geen gevolg van de wond?
A
Bacteriën kunnen binnendringen en een infectie veroorzaken
B
Er is vochtverlies doordat de normaal aanwezige dode huidcellen de verdamping niet meer tegengaan
C
de wond doet pijn door voortdurende prikkeling van zenuweinden
D
de wond geneest slecht doordat de laag met delende cellen is aangetast
Slide 3 - Quiz
Verklaar in 1 korte zin dat bij een eerstegraads verbranding en een oppervlakkige tweedegraads verbranding de huid spontaan kan genezen.
Slide 4 - Open question
Verklaar in 1 korte zin dat een patiënt met een ernstige brandwond minder pijn voelt dan met een minder ernstige brandwond.
Slide 5 - Open question
a- specifieke afweer
Slide 6 - Mind map
Waarom vormen antistofcellen de 'specifieke' afweer?
A
Deze cellen kunnen ziekteverwekkers van verre opsporen
B
Één type antistof kan gericht één type ziekteverwekker uitschakelen
C
Omdat de cellen precies op de ziekteverwekker passen
Slide 7 - Quiz
Deze vraag gaat over specifieke afweer. Welke cellen zijn betrokken bij cellulaire afweer?
A
B-cellen en plasmacellen
B
macrofagen en T-cellen
C
macrofagen, plasmacellen en T-cellen
D
B-cellen, macrofagen, plasmacellen en T-cellen
Slide 8 - Quiz
Bij de specifieke afweer reageren lymfocyten specifiek tegen het antigeen van één bepaalde ziekteverwekker. Hoe ontstaan er zoveel lymfocyten met dezelfde antigeenreceptor?
A
cytokinen activeren de juiste receptoren
B
door klonering van de juiste T-cellen
C
de Th-cellen plaatsen de juiste stoffen op de T-cellen
D
omdat heel veel lichaamscellen geïnfecteerd zijn met diezelfde ziekteverwekker
Slide 9 - Quiz
Hoe noem je de immuniteit die ontstaat na vaccinatie?
de spike-eiwitten aan de buitenkant van een corona virusdeeltje worden herkend door de afweer als lichaamsvreemd. De spike-eiwitten zijn:
A
Antistoffen
B
Antimoleculen
C
Antivaccers
D
Antigenen
Slide 13 - Quiz
Bij een auto-immuunziekte kan het zijn dat bepaalde afweercellen gezonde lichaamscellen doden. Normaal doen deze cellen dit alleen met beschadigde/geïnfecteerde/tumorcellen. Het gaat hier om:
A
Cytotoxische T-cellen
B
B-lymfocyten
C
Macrofagen
D
Natural Killer-cellen
Slide 14 - Quiz
Beredeneer waarom een vaccin effectiever wordt na een tweede keer vaccineren.