Bouwwerken Romeinen

Bouwwerken van de Grieken en Romeinen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bouwwerken van de Grieken en Romeinen

Slide 1 - Slide

In deze les:
  1. Tempels
  2. Bijzondere bruggen
  3. Triomfbogen
  4. Stadions
  5. Forum Romanum
  6. Grieks theater
  7. Amfitheater

Slide 2 - Slide

Welke Griekse en romeinse gebouwen ken je al

Slide 3 - Open question

Tempels
Als je in God gelooft, dan ga je naar de kerk.
Geloof je in Allah? Dan ga je naar de moskee.
De Grieken en Romeinen hadden niet één god. Ze hadden heel veel goden! Ze  geloofden dat de goden zorgden voor geluk, gezondheid, eten, liefde, wijsheid en nog veel meer… Om de goden blij te maken, bouwden ze tempels.
De mensen gingen vaak naar de tempel om geschenken te offeren, zoals fruit en bloemen.

De  Griekse en Romeinse tempels hadden zuilen. Dat zijn ronde pilaren die de stenen erboven kunnen dragen. Vaak zijn ze versierd.
Bovenop de pilaren zie je een timpaan. Dat is een driehoekige vorm die op een dak lijkt. De timpaan is vaak versierd met afbeeldingen.
zuilen
timpaan

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Acropolis - Athene, Griekenland

Slide 6 - Slide

Pantheon - Rome, Italië
‘Pantheon’ betekent in het Grieks ‘alle goden’. 
Het Pantheon werd als tempel gebruikt om de vele Romeinse goden te vereren. Sommige mensen geloven dat de keizer het liet bouwen om de indruk te wekken dat hij zelf een ‘godheid’ is.
  
Het Pantheon is 2x afgebrand! Het derde was in 125 na Christus klaar en staat gelukkig nog steeds.

Als je in het midden van het Pantheon naar boven kijkt, dan zie je de oculus. Dat is een gat in het dak van wel 8 meter breed! Het zorgt ervoor dat er licht is in het Pantheon.

Slide 7 - Slide

Hoe noem je de ronde pilaren van de Romeinse bouwkunst?
A
de timpanen
B
de oculus
C
de zuilen
D
de Acropolis

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je de driehoekige vorm bovenop zuilen waar vaak versieringen op staan?
A
de zuilen
B
de tempel
C
de timpaan
D
de Acropolis

Slide 9 - Quiz

Bijzondere bruggen
Waarvoor gebruik jij een brug?

De Romeinen gebruikten ze niet alleen om overheen te lopen.
Ze bouwden ook waterbruggen: aquaducten. ‘Aqua’ betekent water. ‘Aquaduct’ betekent ‘waterbrenger’ in het Latijn. 

Met behulp van aquaducten konden de Romeinen het water namelijk makkelijker verplaatsen naar een andere plek. Het water stroomde naar badhuizen, fonteinen of stadskranen. Op die manier konden de Romeinen overal zuiver water drinken.

Vóórdat aquaducten bestonden, gebruikten de Romeinen de rivier voor drinkwater, om er in te baden en als riool (wc dus).

Slide 10 - Slide

Pont du Gard - Frankrijk 
rondbogen

Slide 11 - Slide

Waar stroomde het water van aquaducten naar toe?
A
de badhuizen en fonteinen
B
de riolering
C
de badhuizen
D
badhuizen, fonteinen en stadskranen

Slide 12 - Quiz

Triomfbogen
Wanneer de Romeinen een militaire overwinning behaalden, wilden ze dat natuurlijk graag vieren...

Daarom bouwden ze een triomfboog.
Een triomfboog is een boog ter ere van de militaire overwinning. De commandant reed na de overwinning een triomftocht en ging dan onder de triomfboog door. 
De triomfboog werd versierd met teksten en reliëfs die vertelden over de triomf (overwinning).  

Rechts zie je de Titusboog in Rome. Bovenaan zie je Latijnse tekst. Het reliëf eronder beeld de triomftocht uit.

Slide 13 - Slide

Triomfbogen
Keizers lieten ook graag triomfbogen bouwen. 
De triomfbogen waren dan propaganda (reclame) voor de keizer. Ze lieten de mensen zien dat de keizer rijk en bijzonder was.

Triomfbogen hadden vaak 1, maar soms ook 3, poorten waar je onderdoor kon. Als de triomfboog 3 poorten had, dan waren de buitenste 2 kleiner.

Rechts zie je de triomfboog van Septimius Severus in Rome. Bovenaan zie je Latijnse tekst. De reliëfs eronder beeld de triomftocht uit.

Slide 14 - Slide

Stadions
In de stadions van het Romeinse Rijk was geen voetbal te zien.
Wel werden er wagenrennen gehouden waarbij mensen met paard en wagen zo snel mogelijk probeerde te zijn.
Elke race bestond uit 7 rondes. De wagenmenners waren altijd in het blauw, groen of wit gekleed. De wagen werd getrokken door 2-12 paarden. Een bekend stadion is het Circus Maximus in Rome.

Slide 15 - Slide

De stadions van nu verschillen erg met de stadions van toen.
Welke verschillen zie jij?

Slide 16 - Open question

Grieks theater
De Grieken bouwden vroeger al theaters.
Ze werden zó goed gebouwd, dat de mensen op de achterste en bovenste rij de spreker zelfs konden verstaan! En dat zonder microfoon… Knap he?!

Slide 17 - Slide

Amfitheater
2000 jaar geleden waren er geen tv’s, bioscopen en mobiele telefoons. Youtube en Netflix bestonden nog niet… Wat deden de mensen dan graag? Naar het amfitheater! Dit was een ovaal gebouw waar je kon kijken naar gevechten. In Rome staat een amfitheater van wel 2000 jaar oud: het Colosseum.
In het amfitheater werd gevochten met dieren, zoals leeuwen, olifanten, giraffen, tijgers en krokodillen. Daarom waren er ook kooien in het Colosseum.
’s Middags waren er gladiatorengevechten. Een gladiator is iemand die vecht om anderen te vermaken. ‘Gladiator’ komt van het Latijnse ‘gladius’ wat zwaard betekent. Soms was het verplicht om te vechten! De gladiatoren waren gevangenen, slaven, mensen die ter dood veroordeeld waren en professionele vechters. Zij kwamen via ondergrondse gangen de arena in.



Slide 19 - Slide

Amfitheater
De belangrijkste en rijkste mensen zaten beneden en helemaal vooraan. De armste mensen mochten boven en helemaal achteraan zitten. In totaal konden er wel 50.000 mensen in het Colosseum zitten.


In het Colosseum werden soms ook zeeslagen gehouden! Dat zijn gevechten op zee. Door ondergrondse pompen kon er van de arena een meer worden gemaakt. Op het water werden dan gevechten gehouden met boten.

Slide 20 - Slide

Wat is niet waar?
A
Er werden zeeslagen gehouden in het Colosseum.
B
In Griekse theaters spraken mensen zonder microfoon.
C
Het Colosseum staat in Parijs.
D
Een gladiator is iemand die vecht om anderen te vermaken.

Slide 21 - Quiz

Welke 2 gebouwen zijn tempels?
A
Acropolis en Pantheon
B
Pantheon en theaters
C
aquaduct en triomfbogen
D
Acropolis en triomfbogen

Slide 22 - Quiz

Amfitheater
De belangrijkste en rijkste mensen zaten beneden en helemaal vooraan. De armste mensen mochten boven en helemaal achteraan zitten. In totaal konden er wel 50.000 mensen in het Colosseum zitten.


In het Colosseum werden soms ook zeeslagen gehouden! Dat zijn gevechten op zee. Door ondergrondse pompen kon er van de arena een meer worden gemaakt. Op het water werden dan gevechten gehouden met boten.

amfitheater
Grieks theater
triomfboog
aquaduct
stadion
Welk woord hoort bij de afbeelding?
Schrijf op je wisbordje a t/m f. Schrijf daarachter het woord wat erbij hoort.

tempel
a                       d


b                      e


f                        g

Slide 23 - Slide

Wat heb je geleerd over de bouwwerken van de (Grieken en) Romeinen?

Slide 24 - Mind map