This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wat doen we vandaag?
Vragen over 6C?
Intro hoofdstuk 7
Slide 1 - Slide
Vragen 6C.
1. Ablativus.
2. a. Bij puellum.
b. Ablativus, omdat pulchra facie een bijwoordelijke bepaling (van reden) is.
3. cathedra (r. 4).
Slide 2 - Slide
Vragen 6C.
4. a. Praesens.
b. Het perfectum en het imperfectum.
c. Het praesens verlevendigt de tekst: als lezer kijk je als het ware ‘live’ naar de handelingen die er het meest toe doen (praesens historicum / ‘ooggetuigen-praesens’).
d. In r. 12 (vanaf amplexus, inquit).
Slide 3 - Slide
Vragen 6C.
5. a. filium / zoon.
b. filiam / dochter.
6. Met het werkwoord ‘opvatten’.
7. a. iocus
b. joke
Slide 4 - Slide
Vragen 6C.
8. Het meisje vat de positieve opmerkingen die de jongen maakt over zijn eigen uiterlijk indirect op als negatieve opmerkingen over haar uiterlijk.
9. Ablativus.
10. a. De zoon.
b. De dochter.
Slide 5 - Slide
Vragen 6C.
11. Nogal negatief. Het klinkt nogal misprijzend uit de mond van de vader: ‘dat uiterlijk’.
12. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
Slide 6 - Slide
Grammatica: groep 3.
Zelfstandig naamwoorden groep 1: uitgang op -a
Zelfstandig naamwoorden groep 2: uitgang op -us of -um
Zelfstandig naamwoorden groep 3: uitgang op "iets anders".
Maar: de genetivus eindigt altijd op -is.
Leer van deze woorden dus naast de betekenis ook de genetivus!
Je vindt de stam door -is van de genetivus te halen
Slide 7 - Slide
Grammatica: groep 3.
Enkelvoud
Nominativus: rex nomen
Genitivus: reg-is nomin-is
Dativus: reg-i nomin-i
Accusativus: reg-em nomen
Ablativus: reg-e nomin-e
Slide 8 - Slide
Grammatica groep 3.
Meervoud
Nominativus: reg-es nomin-a
Genitivus: reg-um nomin-um
Dativus: reg-ibus nomin-ibus
Accusativus: reg-es nomin-a
Ablativus reg-ibus nomin-ibus
Slide 9 - Slide
Grammatica: groep 3.
Geslachten van de woorden van groep 3:
Woorden die verwijzen naar een man of mannelijk dier zijn mannelijk
Woorden die verwijzen naar een vrouw of vrouwelijk dier zijn vrouwelijk
Woorden die eindigen op –os, –or of –er zijn meestal mannelijk
Woorden die eindigen op –o, –s of –x zijn meestal vrouwelijk
Woorden die eindigen op –us (genitivus op –eris of -oris) of –men (-minis) zijn onzijdig
Slide 10 - Slide
Grammatica: bijvoeglijk naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op -us passen zich aan qua geslacht aan het woord waar het bij hoort
Voorbeeld: bonus (m), bona (v), bonum (o)
Deze bijvoeglijk naamwoorden worden dus verbogen via groep 1 of 2.
Slide 11 - Slide
Grammatica: bijvoeglijk naamwoorden
Er zijn bijvoeglijk naamwoorden die niet op -us eindigen, maar op "iets anders".
Zij hebben dan een genetivus op -is.
Zij volgen dus het rijtje van "groep 3".
Uitzonderingen: Genetivus meervoud: -ium
Nominativus en Accusativus Onzijdig. meervoud: -ia
De mannelijke en vrouwelijke vorm is meestal hetzelfde, de onzijdige vorm kan afwijken.
Slide 12 - Slide
Grammatica: congruentie
Onthoud:
Een bijvoeglijk naamwoord past zich altijd aan in
Naamval, geslacht en getal aan het woord waar het bij hoort
(Maar niet in uitgang!)
(Het blijft dus "gaan" volgens de groep waar het bij hoort).
Slide 13 - Slide
Aan het werk.
Vertaal 7A.
Dit is ook huiswerk.
Slide 14 - Slide
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 15 - Open question
Wat is nog onduidelijk? Waar wil je meer over weten?