What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
8 september
Wat doen we vandaag?
Herhalen grammatica van Hoofdstuk 7.
Lezen grammatica H. 8.
Vertalen 8A, t/m zin 6.
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat doen we vandaag?
Herhalen grammatica van Hoofdstuk 7.
Lezen grammatica H. 8.
Vertalen 8A, t/m zin 6.
Slide 1 - Slide
Grammatica: groep 3.
Zelfstandig naamwoorden groep 1: uitgang op
-a
Zelfstandig naamwoorden groep 2: uitgang op
-us
of
-um
Zelfstandig naamwoorden groep 3: uitgang op "iets anders".
Maar: de
genetivus
eindigt altijd op
-is.
Leer van deze woorden dus naast de betekenis ook de genetivus!
Je vindt de
stam
door
-is
van de genetivus te halen
Slide 2 - Slide
Grammatica: groep 3.
Enkelvoud
Nominativus: rex nomen
Genitivus: reg-is nomin-is
Dativus: reg-i nomin-i
Accusativus: reg-em nomen
Ablativus: reg-e nomin-e
Slide 3 - Slide
Grammatica groep 3.
Meervoud
Nominativus: reg-es nomin-a
Genitivus: reg-um nomin-um
Dativus: reg-ibus nomin-ibus
Accusativus: reg-es nomin-a
Ablativus reg-ibus nomin-ibus
Slide 4 - Slide
Grammatica: groep 3.
Geslachten van de woorden van groep 3:
Woorden die verwijzen naar een man of mannelijk dier zijn
mannelijk
Woorden die verwijzen naar een vrouw of vrouwelijk dier zijn
vrouwelijk
Woorden die eindigen op
–os, –or
of
–er
zijn meestal
mannelijk
Woorden die eindigen op
–o, –s
of
–x
zijn meestal
vrouwelijk
Woorden die eindigen op
–us
(genitivus op
–eris
of
-oris
) of
–men
(
-minis
) zijn
onzijdig
Slide 5 - Slide
Grammatica: bijvoeglijk naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op
-us
passen zich aan qua geslacht aan het woord waar het bij hoort
Voorbeeld: bon
us
(m), bon
a
(v), bon
um
(o)
Deze bijvoeglijk naamwoorden worden dus verbogen via groep 1 of 2.
Slide 6 - Slide
Grammatica: bijvoeglijk naamwoorden
Er zijn bijvoeglijk naamwoorden die niet op
-us
eindigen, maar op "iets anders".
Zij hebben dan een genetivus op
-is
.
Zij volgen dus het rijtje van "groep 3".
Uitzonderingen: Genetivus meervoud:
-ium
Nominativus en Accusativus Onzijdig. meervoud:
-ia
De mannelijke en vrouwelijke vorm is meestal hetzelfde, de onzijdige vorm kan afwijken.
Slide 7 - Slide
Grammatica: congruentie
Onthoud:
Een bijvoeglijk naamwoord past zich altijd aan in
Naamval, geslacht en getal aan het woord waar het bij hoort
(Maar niet in uitgang!)
(Het blijft dus "gaan" volgens de groep waar het bij hoort).
Slide 8 - Slide
0
Slide 9 - Video
Vragen gammatica?
Slide 10 - Open question
Aanwijzend voornaamwoord
hic, haec, hoc
zijn aanwijdend voornaamwoorden.
Ze kunnen bijvoeglijk en zelfstandig worden gebruikt.
Slide 11 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk gebruikt:
Vertaal je
hic, haec, hoc
in het Nederlands met ‘deze’ of ‘dit’.
hic, haec, hoc
congrueert met het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.
Voorbeeld:
Iuppiter haec verba dixit.
Jupiter zei deze woorden.
Slide 12 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord
Zelfstandig gebruikt:
Vertaal je hic, haec, hoc met ‘hij’, ‘zij’, ‘het’, ‘deze (dingen)’.
Voorbeeld:
Iuppiter haec dixit.
Jupiter zei deze dingen.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijke voornaamwoorden: ik, jij, wij, jullie
In het Latijn: ego (ik), tu (jij), nos (wij) en vos (jullie).
Deze persoonlijk voornaamwoorden worden net zoals zelfstandig naawoorden verbogen.
Deze rijtjes staan in het boek.
Let op:
voor de genetivus is er een apart bijvoegelijk naamwoord.
Slide 15 - Slide
Falerii liberos curae alicuius magistri demandabant.
Slide 16 - Open question
Is, qui valde doctus erat, filios principum erudiebat.
Slide 17 - Open question
Mos ei magistro erat et in pace et in bello pueros a portis urbis trahere et cum eis ante urbem exercere.
Slide 18 - Open question
Quodam die eos longius solito inter stationes hostium ad Camillum, ducem Romanorum, duxit.
Slide 19 - Open question
Magister Camillo dixit: “Falerios Romanis trado,
quia vobis liberos principum do.”
Slide 20 - Open question
Dux Romanorum ei respondit:
Slide 21 - Open question
Ad non scelestum populum et imperatorem cum hoc scelesto munere venisti!
Slide 22 - Open question
Sunt iura belli, sicut pacis.
Slide 23 - Open question
Nos Romani haec solemus gerere.
Slide 24 - Open question
Arma habemus non adversus hos liberos, sed adversus homines armatos.
Slide 25 - Open question
Tu hos pueros novo scelere vicisti, sed ego Falerios virtute armisque vincam!
Slide 26 - Open question
Deinde manus magistri post tergum illigavit et eum pueris tradidit.
Slide 27 - Open question
Virgas quoque eis dedit.
Slide 28 - Open question
Dum his virgis pueri proditorem verberant, eum in urbem egerunt.
Slide 29 - Open question
Aan het werk.
Herhaal de grammatica van hoofdstuk 7.
Lees de grammatica van H. 8.
Vertaal 8A, t/m 6.
Dit is ook huiswerk.
Slide 30 - Slide
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 31 - Open question
Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?
Slide 32 - Open question
More lessons like this
29 september
September 2020
- Lesson with
28 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
15 juni
June 2020
- Lesson with
10 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
15 september
September 2020
- Lesson with
24 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
6 januari
December 2019
- Lesson with
26 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
13 september
September 2019
- Lesson with
16 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4 november
November 2021
- Lesson with
30 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
22 september
September 2020
- Lesson with
30 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Weektaak 4 2G1 LTC
January 2021
- Lesson with
21 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2