4h - regelmatige werkwoorden oefenen (er, ir, re)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

PRÉSENT

Werkwoorden op -er

Werkwoorden op -ir

Werkwoorden op -re

Uitgangen:

-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent

Uitgangen:

-s, -s, ..., -ons, -ez, -ent

Uitgangen: 

-is, -is, -it, -issons, -issez, -issent

Vervoeg het werkwoord 'aimer' in de présent (let op: alles in één blokje, gebruik je, tu, il, nous, vous, ils)

Vervoeg het werkwoord 'choisir' in de présent (zoals bij de vorige vraag)

Vervoeg het werkwoord 'rendre' in de présent (zoals bij de vorige vraag)

Hoe vorm ik een voltooid deelwoord v van een regelmatig werkwoord op -re?

Het voltooid deelwoord van choisir is 'choisiru'

Oui

Non

Hoe vorm ik de imparfait? (= stam + uitgangen) je kunt een voorbeeld gebruiken

De uitgangen van de futur lijken op het werkwoord 'avoir' in de présent

Oui

Non

Hoe vorm ik de futur? (stam + uitgangen)

De werkwoorden avoir, être, faire hebben in de futur een onregelmatige stam

Oui

Non

Wat zijn de stammen van avoir, être en faire in de futur? (ww staan op dezelfde volgorde in de antwoorden)

1. avoiré, êtré, fairé
2. aura, êtra, faira
3. aur, ser, fer
4. avoi, êtr, fair