Oefentoets spelling blok 1 en 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

De jongen.....het diner voor zijn vriendin.

1. betalt
2. betaal
3. betaalt
4. betaald

Waar ......zich de uitgang?

1. bevint
2. bevind
3. bevindt
4. bevintd

.......jij ook van andijvie?

1. hout
2. houd
3. houdt
4. houtd

Noem drie werkwoorden waarbij de ik-vorm niet hetzelfde is als de stam.

Noem drie werkwoorden waarbij de ik-vorm hetzelfde is als de stam.

Hier staat: roepen. wat is de stam? wat is de ik-vorm?

Hier staat : lachen. Wat is de stam en wat is de ik-vorm?

Hier staat: glanzen. Wat is de stam. Wat is de ik-vorm?

Verleden tijd. Mijn broer......me altijd.

1. plagte
2. plaagte
3. plagde
4. plaagde

verleden tijd. Het bedrijf .....illegaal afval in de rivier.

1. loosde
2. looste
3. loozde
4. loozte

In deze zin is ....de persoonsvorm.
De stratenmaker houdt niet van regen.

1. De stratenmaker
2. houdt
3. niet
4. van regen

De stam van het werkwoord houden is....

1. houd
2. houdt
3. houden

Je gebruikt in de zin: De stratenmaker houdt niet van regen
de volgende regel..

1. hele werkwoord
2. ik-vorm
3. ik-vorm +t

Wat is het voltooid deelwoord van schrijven?

Wat is het voltooid deelwoord van zwemmen?