Oefen SO wwspelling

Welkom
Pak een leesboek of tijdschrift.
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon uit?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je boek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
TIEL • De Action aan het Molenstraatje in Tiel is maandagochtend rond 10:20 uur overvallen. Het betrof een gewelddadige overval met een mes. Er werd geld buitgemaakt en de dader is later aangehouden.
De dader is een 28-jarige man uit Tiel. De buit is in beslag genomen. Er raakte bij de overval niemand gewond. 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom
Pak een leesboek of tijdschrift.
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon uit?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je boek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
TIEL • De Action aan het Molenstraatje in Tiel is maandagochtend rond 10:20 uur overvallen. Het betrof een gewelddadige overval met een mes. Er werd geld buitgemaakt en de dader is later aangehouden.
De dader is een 28-jarige man uit Tiel. De buit is in beslag genomen. Er raakte bij de overval niemand gewond. 

Slide 1 - Slide

Oefenen werkwoordspelling 

Slide 2 - Slide

De jongen ... het dinertje voor zijn vriendin.
A
betalt
B
betaal
C
betaalt
D
betaald

Slide 3 - Quiz

Waar ... zich de uitgang?
A
bevint
B
bevind
C
bevindt

Slide 4 - Quiz

... jij ook niet van andijvie?
A
hout
B
houd
C
houdt

Slide 5 - Quiz

Noem drie hele werkwoorden, waarbij de ik-vorm niet hetzelfde is als de stam.

Slide 6 - Open question

Noem drie hele werkwoorden, waarbij de ik-vorm hetzelfde is als de stam.

Slide 7 - Open question

werkwoordspelling
Straks zie je een aantal werkwoorden.
Noteer de stam en de ik-vorm van het werkwoord. 

voorbeeld:
maken
jij noteert: mak - ik maak

Slide 8 - Slide

roepen

Slide 9 - Open question

wassen

Slide 10 - Open question

kopen

Slide 11 - Open question

glanzen

Slide 12 - Open question

Mijn broer ... (plagen, vt) me altijd.
A
plagte
B
plaagte
C
plagde
D
plaagde

Slide 13 - Quiz

Het bedrijf ... (lozen, vt) illegaal afval in de rivier.
A
loosde
B
looste
C
loozde

Slide 14 - Quiz

Het propje ... (belanden, vt) naast de afvalbak
A
belante
B
belande
C
belandde
D
belandte

Slide 15 - Quiz

werkwoorden
Je ziet straks een aantal werkwoorden. 
Noteer van elk werkwoord:
ik-vorm en wij-vorm voor de verleden tijd. 

Voorbeeld:
maken
jij noteert: ik maakte - wij maakten

Slide 16 - Slide

hoeven

Slide 17 - Open question

huilen

Slide 18 - Open question

verwoorden

Slide 19 - Open question

De stratenmaker houdt niet van regen.

pv =
A
de stratenmaker
B
houdt
C
niet
D
van regen

Slide 20 - Quiz

De stratenmaker houdt niet van regen.

de stam van het werkwoord 'houden' is:
A
houd
B
houdt
C
houden

Slide 21 - Quiz

De stratenmaker houdt niet van regen.

je gebruikt dus in deze zin de regel:
A
hele ww
B
ik-vorm
C
ik-vorm + t

Slide 22 - Quiz

voltooid deelwoord (vd) 
Je krijgt straks 4 werkwoorden te zien. 
Noteer het voltooid deelwoord. 

Slide 23 - Slide

schrijven

Slide 24 - Open question

bederven

Slide 25 - Open question

zwemmen

Slide 26 - Open question

Ik heb...
A
serieus gewerkt
B
niet serieus gewerkt

Slide 27 - Quiz

Ik denk dat mijn cijfer ... is.
A
tussen 1 en 4
B
5 of 6
C
7 of 8

Slide 28 - Quiz

Ik vond dit SO
A
gemakkelijk
B
moeilijk
C
ik weet het niet

Slide 29 - Quiz

Dit wil ik nog zeggen over het SO :

Slide 30 - Open question

Finish

Slide 31 - Slide