This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vak: Engels
Unit: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Take your English book, don't open it yet!
Slide 2 - Slide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen.
Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.
Slide 3 - Slide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Alex
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Bas, Noah, Shaqell, Ties, Niels, Dennis
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Jara
Slide 4 - Slide
3. Lesdoel
Na deze les kun je:
- de Words van 5.4
- de phrases herkennen van 5.4
- grammar doing
- grammar can/can't
Slide 5 - Slide
Verdiept arrangement:
Alex
Huiswerk noteren + maken:
Les: 4
blz. 88 t/m 93
opdr. 48 t/m 55
Slide 6 - Slide
Mini-check
Quiz mee
Slide 7 - Slide
De regel van de gerund is....
A
ww+ -ing
B
ww+-ed
C
ww+-s
D
vorm van to be
Slide 8 - Quiz
Read the sentences carefully. Fill in: can - can’t.
Carl … pick you up at seven o’clock. Is that OK?
… Cindy play football?
Jaya … meet you at half past twelve. She is at school then.
Phyllis … win the lottery. She has no ticket.
I … make a phone call. I lost my phone.
can
can't
Slide 9 - Drag question
Make sentences with “can“. Use the words given.
- I / remember
+ = yes
- = no
? = question
Slide 10 - Open question
Wie maakt wat?
3 vragen goed? Zelfstandig aan de slag:
Les 4, blz. 88 t/m 92, opdr. 48 t/m 53
De rest doet mee met de instructie
Slide 11 - Slide
4. Instructie
Kijk en luister mee naar de volgende dia's.
Slide 12 - Slide
Gerund
Werkwoord dat gebruikt wordt als een zelfstandig naamwoord;
Vaak onderwerp/lijdend voorwerp/meewerkend voorwerp van de zin.
Example: Swimming is my greatest hobby.
Slide 13 - Slide
can / can't
Slide 14 - Slide
De phrases van 5.4
Lees mee op bladzijde 90.
Slide 15 - Slide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 4, blz. 88 t/m 92, opdr. 48 t/m 53
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Jara kom aan de instructietafel zitten.
Niels; laptop pakken om het verhaal voorgelezen te krijgen.
Slide 16 - Slide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 4, blz. 88 t/m 93, opdr. 48 t/m 55 --> Alex
B: les 4, blz. 88 t/m 92, opdr. 48 t/m 53 --> De rest van de klas
I: les 4, blz. 88 t/m 92, opdr. 48 t/m 53 --> Jara
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
3. Leren toets/ lezen / woordzoeker.
timer
40:00
Slide 17 - Slide
7. Evaluatie
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen.
Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.