What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 3 grammatica
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaître" in de futur simple?
A
tu connaîtrais
B
tu connaîtrai
C
tu connaîtras
D
tu connaîtra
1 / 30
next
Slide 1:
Quiz
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaître" in de futur simple?
A
tu connaîtrais
B
tu connaîtrai
C
tu connaîtras
D
tu connaîtra
Slide 1 - Quiz
Wat betekent het werkwoord 'pouvoir' in het Nederlands
A
kunnen/passen
B
passen /proberen
C
kunnen/worden
D
mogen/kunnen
Slide 2 - Quiz
Mes parents (willen) toujours regarder les informations à 20:00 heures
A
veulent
B
voulent
C
vouloir
D
voulait
Slide 3 - Quiz
zet het werkwoord in de futur simple: vous 'kennen'
Slide 4 - Open question
Zet het werkwoord in de futur simple
nous 'vouloir'
Slide 5 - Open question
Wat is ''volgen'' in het Frans
A
Suivre
B
Suiver
Slide 6 - Quiz
Wat is ''car'' in het Nederlands
A
Auto
B
Want
Slide 7 - Quiz
Wat is ''de inwoner'' in het Frans
A
l'habitant
B
l'habiteur
Slide 8 - Quiz
Wat is ''le peuple'' in het Nederlands
A
de mensen
B
het volk
Slide 9 - Quiz
Wat is ''leven'' in het Frans
A
vivre
B
viver
Slide 10 - Quiz
Wat is het mannelijk vraagwoord (mv)
Slide 11 - Open question
Wat is het vrouwelijke vraagwoord (mv)
Slide 12 - Open question
''Wat is je lievelingsland?'' in het Frans
A
Quel est ton plays préféré?
B
Quel es ton plays préféré?
Slide 13 - Quiz
Wat is ''Wat zijn de andere verschillen'' in het Frans
A
Quels sont les autres différences?
B
Quelles sont les autres différences?
Slide 14 - Quiz
Wat is ''où tu voudrais vivre?''
A
Vraagwoord + inversie
B
Vraagwoord + gewone zin
C
Gewone zin + vraagwoord
Slide 15 - Quiz
Nous (connaître) in de Imparfait
A
connaissiez
B
connaissait
C
connaissions
D
connais
Slide 16 - Quiz
il (connaître) in de futur simple
A
connu
B
connaîtra
C
connaîtront
D
cannaîtrez
Slide 17 - Quiz
vous (connaître) in de présent
A
connais
B
connaissez
C
connaissons
D
connu
Slide 18 - Quiz
Tu (vouloir) in de passé composé
A
as voulu
B
voulons
C
avez voulu
D
avons voulu
Slide 19 - Quiz
ils (pouvoir) in de Imparfait
A
pouvent
B
pouvais
C
pouviez
D
pouvaient
Slide 20 - Quiz
Wat is ''gewoon'' in het Frans
A
pareil(le)
B
oser
C
banal(e)
D
hésiter
Slide 21 - Quiz
wat is ''l'hôtesse de l'air'' in het Nederlands
A
de stewardess
B
in die tijd
C
onder de indruk
D
op zijn gemak stellen
Slide 22 - Quiz
wat is ''solliciteren'' in het Frans
A
assez
B
souhaité
C
postuler
D
le salaire
Slide 23 - Quiz
wat is ''accueillir'' in het Nederlands
A
komen uit
B
verwelkommen
C
nauwelijks
D
lijken op
Slide 24 - Quiz
Wat is ''de vlag'' in het Frans
Slide 25 - Open question
Vertaal dit woord naar het Nederlands:
''la frontière''
Slide 26 - Open question
Vertaal dit woord naar het Nederlands: ''l'emploi''
Slide 27 - Open question
Vertaal dit woord naar het Nederlands: ''postuler''
Slide 28 - Open question
Vertaal dit woord naar het Nederlands: ''souhaité(e)''
Slide 29 - Open question
Vertaal dit woord naar het Nederlands: ''l'expérience''
Slide 30 - Open question
More lessons like this
chap 3 herh
March 2021
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3 H/V chap 3 differentiëren
November 2017
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Mercredi 23 novembre
November 2022
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V4 11-01 Oefenen
February 2024
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
V4 11-01
February 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V Frans 20 januari - werkwoorden
February 2024
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Chapitre2-Gram B (pouvoir/vouloir/connaitre/servir)
February 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
T4 doel 4b (GL7C vouloir/pouvoir) + SO
November 2021
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4